Geld kapitaal- markt Een nieuwe daggeldrente De vijfde maand van het jaar heeft voor de geldmarkt weinig fraais opgeleverd. Slechts medio mei is even een geringe verruiming op getreden tengevolge van de maandelijkse be taling van het rijk aan de gemeenten. Ten teken daarvan werd de daggeldrente - overigens voor slechts twee dagen - naar 31/2 procent teruggebracht. Daarvoor en daarna varieerde de officiële daggeldrente van 4 procent tot zelfs 4% procent. Dit laatste percentage dat begin en eind mei enkele dagen gold, werd voor de eerste maal in de geschiedenis ge hanteerd. Tot dan toe was het namelijk steeds gebruikelijk dat de daggeldrente met een half procent werd gewijzigd. In de laatste maanden echter streeft de commissie van bankiers die deze rente vaststelt, naar grotere fluctuaties in de daggeldrente, ter betere aanpassing aan het marktbeeld. In de laatste maanden zagen we daardoor ook vaker dat de daggeldrente 354 in een korte periode schommelde tussen 11/2 procent en 41/2 procent. Voor zulke varia ties bestond in mei echter geen enkele aan leiding vanwege de nagenoeg voortdurende krapte, alhoewel de commissie de rente wel - binnen de beperkte mogelijkheden - op een hoger niveau liet schommelen. Door deze snelle aanpassing week de daadwerkelijk te betalen daggeldprijs dan ook meestal niet af van de officiële. Voorschotten Behalve uit de daggeldrente blijkt de krappe geldmarktsituatie van mei overduidelijk uit en kele posten van de door de Nederlandsche Bank gepubliceerde weekbalansen. De banken konden slechts met moeite enig saldo aanhou den bij de centrale bank. Veel hoger dan 50 mil joen gulden kwamen zij niet. Om dit saldo, on danks de vele betalingen die van de banken werden gevergd, te kunnen aanhouden had den zij constant hulp nodig van de Nederland sche Bank. De voorschotten kwamen alleen in de laatste weekstaat van mei onder de 100 miljoen gulden; in de overige weken lagen zij aanzienlijk hoger. De krapte Deze aanhoudende krapte had meerdere oor zaken. Na de forse aprilultimo, waardoor de geldruimte al geheel was opgeslokt, stroom den grote betalingen naar het rijk in de vorm van de belastingbetalingen. De aflossingen op de staatsschuld, die de schatkist op 1 mei deed, brachten weinig baat: de geldmarkt werd steeds benauwder. Bovendien namen de banken voor behoorlijke bedragen deviezen af

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 52