dat in de Verenigde Staten van Amerika nog
zo'n twintig miljoen dollar aan Tsjechisch goud
is. Het werd in de tweede wereldoorlog door
de nazi's geroofd en viel na de oorlog in
Amerikaanse handen. Amerika wil dit goud wel
teruggeven op voorwaarde dat de Tsjechische
leiders met de Amerikaanse regering gaan pra
ten over de door Tsjechoslowakije genationali
seerde Amerikaanse bezittingen. (Het Parool)
dat, om het aantal calorieën van een pond
boter te verbruiken, men minstens 107 km in
wandeltempo of 69 km in marathon-tempo
dient te lopen. Hetzelfde bereikt men door
negeneneenhalf uur te galopperen of zestien
uur aan een stuk door te foxtrotten. (De Tijd)
dat de 750 boerenleenbanken van Zweden een
succesvolle campagne hebben gevoerd om
hun leden op te wekken meer geld op de ban
ken te zetten. Daarvoor riepen de banken de
hulp in van de slagers. Op drie van te voren
bekendgemaakte dagen kreeg iedere spaarder
die spaargeld kwam brengen, een boerenmet
worst. (Dagblad voor Noord-Limburg)
dat van de inhoud van de loonzakjes van de
Europese topfunctionarissen geen geheim
wordt gemaakt. Volgens een publikatie van de
Europese gemeenschap verdient de voorzit
ter van de Europese commissie, de Belg
Jean Rey, elke maand ruim tienduizend gulden.
Ondervoorzitter dr. Sicco L. Mansholt moet
met bijna vijftienhonderd gulden minder toe
komen. Dank zij de Nederlandse kritiek op de
vroegere belastingvrijdom is men overgegaan
tot de invoering van een speciale gemeen
schapsbelasting. (De Tijd)
dat Italië officieel wel muntstukjes van een en
twee lire kent. Maar al jarenlang heeft geen
Italiaan ze gezien. Gebleken is, dat gigantische
aantallen van deze kleine muntjes opgekocht
zijn door knopenhandelaren, die tot de ont
dekking waren gekomen dat de een en twee
lire stukken een goede basis vormden voor de
zogenaamde stofknopen en dat zij stukken
goedkoper waren dan de plastic plaatjes die
daarvoor vroeger werden gebruikt. (De Volks
krant)
dat op de jaarvergadering van het geneeskun
dig genootschap van Texas een psychiater
verklaarde, dat in de Verenigde Staten een
epidemie van arbeidsverslaving heerst. De
aan werken verslaafde heeft een onweer
staanbaar verlangen naar werk, toont steeds
grotere bereidwilligheid om zich werk te laten
opdragen en krijgt ziekteverschijnselen als hij
er mee moet ophouden. De produktie van een
aan werken verslaafde is bedrieglijk; hij be
steedt vijf uur overwerk aan iets wat hij in een
uur kan doen. Volgens de psychiater heeft de
arbeidsverslaafde grote kans een hartaanval
te krijgen en tenslotte gaat hij, als hij met
werken moet ophouden, waarschijnlijk spoe
dig daarna dood. (Helmonds Dagblad)
345