VERSLAG NEDERLANDSCHE BANK 1967 Een goed gebruik wil dat dit maandblad telken- jare in het kort aandacht wijdt aan het jaar verslag van de Nederlandsche Bank, dat voor al in de afgelopen decennia geworden is tot een van de belangrijkste economische ge schriften die in Nederland het daglicht zien. De nieuwe president, dr. J. Zijlstra, onder wiens leiding het verslag over 1967 werd ge schreven, wijst erop dat de betekenis van dit boekwerk vooral te danken is aan de invloed die zijn voorganger, dr. M. W. Holtrop, gedu rende 21 jaar op het verslag heeft uitgeoe fend. De heer Holtrop drukte daarmee vanaf 1946 tot 1987 niet alleen zijn stempel op het verslag van de Nederlandsche Bank, maar via dat verslag ook 'op de hele naoorlogse finan ciële ontwikkeling van ons land'. Het is moeilijk om van dit jaarverslag, dat niet minder dan 240 pagina's telt, op snedige wijze en in kort bestek de inhoud weer te geven zonder dat men daarbij aan de verdiensten van het werk te kort doet. Wij zullen ons daar om in deze beschouwing beperken tot het aantippen van enkele belangrijke punten uit de inhoud. Zoals bekend heeft dr. Holtrop altijd enigszins donker gekeken wanneer hij sprak of schreef over de snelheid waarmee in ons land het loonniveau in de laatste jaren opliep, omdat daardoor naar zijn oordeel de Nederlandse concurrentiepositie werd aangetast. De nieu we president deelt deze zorg voor onze con currentiepositie volkomen, maar in het nu ver schenen verslag staan toch over de loonont wikkeling ook enkele opmerkingen te lezen, waar wellicht een sprankeitje optimisme door heen klinkt. Een van die opmerkingen betreft de loonsom van de werknemers, die in 1967 - bij een pro- duktiviteitstoename van 5'/2 procent - met 8 procent steeg. Deze stijging, zo blijkt uit het verslag, verliep sinds 1964 op voortdurend minder onrustbarende wijze. In de jaren sinds 1964 vertoonde dit stijgingspercentage het volgende verloop: 151/2, 11, 101/2 en 8 procent. Voor 1968 heeft het Centraal Planbureau een stijging voorzien van ongeveer 5 procent, welk percentage echter vermoedelijk zal wor den overschreden. Een tweede optimistisch geluid is daar te be- 338

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 36