kerde. Wil men tegen eigen gebrek en eigen bederf verzekerd zijn, dan moet dit, ondanks de ali risks clausule, apart in de polis wor den opgenomen. Eigen gebrek van de goede ren is de schade die van binnen uit, dus van de verzekerde goederen zelf komen. Onder eigen gebrek wordt verstaan een slechte eigenschap of een inferieure kwaliteit, die de goederen normaal niet hebben. Het is bij ge wone zeeverzekeringen niet gebruikelijk eigen gebrek in te sluiten. Lijden de goederen scha de door eigen bederf, dan verstaat men daar onder de schade door bederf toegebracht aan goederen die op zichzelf al aan snel bederf onderhevig zijn. Dit is vooral belangrijk bij het vervoer van groenten en dergelijke. Tegen merkelijke schuld en tegen opzet van de ver zekerde zelf kan echter niet verzekerd wor den: dat zou in strijd zijn met de openbare orde en de goede zeden. Molestdekking Van de van buiten aankomende onheilen zijn uitgesloten de molestgevaren. Molest bete kent geweld, overlast. In de verzekeringsprak tijk kent men twee soorten molest, het oor- logsmolest, waaronder te verstaan die geva ren die met de oorlog en oorlogswerktuigen als mijnen, torpedo's, bommen, verband hou den, maar ook inbeslagneming (war risks). Ten tweede het stakersmolest, waaronder men verstaat de schade die toegebracht is bij bur gerlijke onlusten, relletjes, stakersoproer en dergelijke. De dekking onder de molestclausule is be perkter dan de gewone gevarendekking, wat bijvoorbeeld blijkt uit het feit, dat de lading van het schip alleen gedekt is tegen molestgeva ren zolang het schip vaart. In de gewone ge varendekking is ook het laden en lossen en meestal nog het vervoer van en naar het schip begrepen. Averij grosse Tenslotte nog iets over de averij grosse. Het onderstaande geldt zowel voor de gewone ge varendekking als voor de molestdekking. Wanneer een schip in nood is, bijvoorbeeld na een aanvaring, zouden de goederen en het schip verloren gaan als geen pogingen tot behoud van schip en lading werden onderno men. Wanneer deze maatregelen zijn geno men en derhalve kosten met zich hebben mee gebracht, is het juist en billijk, dat deze kosten niet alleen worden gedragen door de eigenaar van het schip, maar ook door de belangheb benden bij de lading en de vracht. De eigenaar van het schip kan deze kosten volgens het zeerecht omslaan over het schip, de vracht en de lading, in verhouding tot het belang dat door de averij grosse handeling is gered. Een dergelijke verdeling van de kosten noemt men een averij grosse omslag. Wil er sprake zijn van averij grosse dan moeten de kosten op zettelijk zijn gemaakt voor de redding van schip en lading, er moet een noodtoestand zijn geweest en de maatregelen dienen in zoverre effect te hebben gehad dat schip en lading - of een gedeelte van de lading - zijn gered. 337

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 35