aan het vetgehalte aan de orde. Het kamerlid de heer Van der Ploeg protesteerde tegen de voorgestelde verhoging van het vetgehalte in de melk en diende daarom een motie in om naast melk met 3,2 procent vet over te gaan tot het invoeren van melk met een vetgehalte van 1,7 procent, die minstens tien cent per liter goedkoper moest zijn. De minister ver dedigde de voorgestelde verhoging van het vetgehalte met een tweetal argumenten: de boteroverschotten zouden afnemen en op de tweede plaats zou dit een goede aanloop zijn voor de invoering van melk met 3,5 procent vetgehalte in het volgende voorjaar. De afzet van de 'vettere melk' zou sterk dalen wanneer meteen goedkope melk met minder vet zou worden ingevoerd. Ten aanzien van de motie betreffende de her invoering van de toeslag op industriemelk, merkte de minister op, dat hiermee opnieuw een nationale steunmaatregel zou worden ge creëerd. In antwoord op de motie, die beoogde de koelhuisboter een gulden per pakje goed koper op de markt te brengen, zei de minister toe de mogelijkheid te overwegen, al in het najaar koelhuisboter op de markt te brengen. Bij deze materie dient men niet te vergeten dat Nederland geen maatregelen kan nemen die van de afspraken in Brussel afwijken, omdat anders het overleg nog moeilijker zal worden. Boerenleenbank Hem, officieel geopend 23 februari 1968

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 21