LANDBOUW-ECONOMISCH
ZUIVELPROBLEMEN
De vorige maand schreven we in deze rubriek,
dat er na het nachtelijk overleg van begin mei
tussen de Europese landbouwministers geen
overeenstemming was bereikt over een ge
meenschappelijke markt voor zuivelprodukten.
Toch is gebleken, dat de standpunten van de
ministers, na de voorstellen van de Franse
minister Faure als voorzitter van de raad
van Landbouwministers, niet zo heel ver
uit elkaar lagen en dat zij door alle delega
ties als basis voor verdere onderhandelingen
konden worden aanvaard. Dit matige posi
tieve resultaat van de besprekingen beteken
de echter opnieuw uitstel van de inwerking
treding van een gemeenschappelijke markt
voor zuivelprodukten. Voor de boeren hield dit
in, dat de onbevredigende situatie, die tot uit
drukking kwam in een daling van de voorschot-
prijzen van de zuivelfabrieken van drie tot zes
cent per kilo melk, bleef voortbestaan. De oor
zaken hiervan zijn in een vorig artikel ge
schetst. Door allerlei agrarische instanties
werd reeds berekend hoe groot de verliezen
van de boeren zouden zijn bij het nog langer
uitblijven van een gemeenschappelijke markt
regeling.
Zuivelakkoord
Zoals vermeld, lagen de standpunten van de
ministers van Landbouw niet ver uit elkaar
toen eind mei opnieuw getracht werd tot een
definitieve regeling van de zuivelproblemen te
komen. 'Definitief' is hier echter niet op zijn
plaats, want eigenlijk kan men nog niet van
een gemeenschappelijke markt spreken. Het
feit immers, dat Frankrijk, België en Luxem
burg de mogelijkheid hebben om de interven
tieprijzen op een hoger niveau vast te stellen
dan de andere lidstaten - al moeten zij dan
de extra-kosten zelf betalen - houdt feitelijk in,
dat de gemeenschappelijke markt opnieuw is
uitgesteld. Men moet zich toch wel ernstig af
vragen, of door deze beslissing de grote hoe
veelheden melk, boter en kaas zullen vermin
deren. De indruk bestaat, dat het gesloten
compromis voor elk land wel iets aantrekke-
316