L ANDBOU W-EC ONOMIS C H EEG-zuivelberaad In de nacht van 1 op 2 mei zijn de Europese landbouwministers weer uiteengegaan zonder tot overeenstemming te zijn gekomen over de gemeenschappelijke markt voor zuivelproduk- ten. Dit houdt in, dat de gemeenschappelijke markt voor zuivelprodukten weer niet op 1 juni een feit zal zijn. Men streeft er nu naar, om op 1 juli, samen met de inwerkingtreding van de volledige douane-unie voor industrieproduk- ten, ook de Europese zuivelmarkt gereed te hebben. Nog steeds heeft men geen overeenstemming kunnen bereiken over de hoogte van de richt prijs voor melk. Enerzijds kan geen van de ministers een verlaging van de richtprijs, die al op 39 pfennig per liter is vastgesteld, aan zijn agrarische achterban verkopen, terwijl zij anderzijds hoe langer hoe meer bevreesd wor den voor de hoge kosten, die de afzet van overtollige zuivelprodukten met zich mee zal brengen. Vooral van Italiaanse zijde, een land dat een tekort aan zuivelprodukten heeft, wordt er sterk op aangedrongen de kosten van het zuivelbeleid zoveel mogelijk te drukken. Een heet hangijzer voor Nederland blijft nog steeds de door de Europese Commissie voor gestelde heffing op plantaardige vetten, die een bedrag van 87,5 miljoen dollar per jaar in het Europese landbouwfonds zou moeten brengen. Deze heffing, die een pakje marga rine in Nederland drie a vier cent duurder zou maken, zal, aldus minister Lardinois, alleen dan voor het Nederlandse Parlement aanvaard baar zijn als er een goede controle van het Europese Parlement in het leven wordt ge roepen. Door het opnieuw uitstellen van de datum voor de inwerkingtreding van de gemeenschappe lijke markt komt Nederland danig in de knel. De voorschotprijzen van de zuivelfabrieken zijn reeds met drie tot zes cent per kilogram gezakt. De oorzaken hiervan zijn niet ver te zoeken. Per 1 april is namelijk de nationale melkprijsregeling komen te vervallen en daar mee eveneens de toeslag van 1,77 per 100 kilogram industriemelk en de mogelijkheid om kaas in te leveren. Door deze beide factoren, evenals door het nog steeds ontbreken van een inleveringsregeling voor mager melkpoe der, zijn de opbrengsten voor de zuivelfabrie- 298

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 60