Koerstabel Gemiddelde looptijd in jaren per 1-5-1968 29-3-1968 26-4-1968 perpetueel 3 Ned. Grootboek 50 (6,10%) 49% (6,11%) 17y2 6%% Nederland 1967 98 (6,45%) 98% (6,36%) 16% 7 Nederland 1966 II 103% (6,67%) 1045/lé (6,56%) 14% 3%% Nederland 1950 733/4 (6,21%) 72% (6,37%) 13 5%% Nederland 1965 II 93'/i6 (6,54%) 9313/ié (6,51%) 12% 4/4% Nederland 1963 I 827i6 (6,48%) 821/2 (6,49%) 11 41/2% Nederland 1960 II 85% (6,54%) 85% (6,53%) 10% 4'/2% Nederland 1959 85/2 (6,56%) 85% (6,52%) 9,5 31/2% Nederland 1956 81% (6,53%) 811/4 (6,45%) 7,9 31/2% Nederland 1953 l-ll 84 (6,37%) 83 3% (6,45%) 6,9 3 Nederland 1937 83% (6,19%) 83 3/4 (6,20%) 4,6 31/2% Nederland 1951 89% (6,20%) 90 (6,21%) 3,5 41/2% Nederland 1964 (10 j.) 951/2 (5,98%) 963/16 (5,78%) moest worden toegepast. Deze gang van za ken geeft dan ook de indruk dat de particuliere beleggers wel 'in de markt' zijn voor zieken huisleningen wanneer de voorwaarden maar aantrekkelijk genoeg zijn. In de laatste dagen van april kwam ook nog de Bank voor Nederlandsche Gemeenten met een nieuwe lening op de markt. Het bedrag van de lening was gesteld op 100 miljoen gulden. De bank behield zich het recht voor om bij over- tekening het bedrag der lening te verhogen tot ten hoogste 150 miljoen gulden. Als rente percentage werd daarbij gekozen 6V2 procent en als uitgiftekoers 99 procent. De inschrijving stond open op 6 mei, de datum van storting was gesteld op 4 juni. Dit was de tweede BNG-lening van het lopen de jaar. Zoals bekend werd de eerste lening in februari uitgegeven. De voorwaarden waren identiek aan die van de nieuwe lening met uitzondering van de koers van uitgifte, die toen een fractie lager (98% procent) lag. Die eerste lening werd destijds fors overtekend; toen maakte de BNG dan ook gaarne gebruik van 296

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 58