miljoen gulden voorschotten opnemen, waar
door deze post op 147 miljoen gulden beland
de; het werksaldo van de banken werd daarbij
teruggebracht tot slechts 17 miljoen gulden.
Het saldo van het rijk daarentegen steeg met
267 miljoen gulden tot 470 miljoen gulden, en
daarmee was het dus weer groot genoeg om
op 16 april de uitkeringen aan de gemeenten
(300 miljoen gulden) en de betaling van rente
op de gevestigde staatsschuld ad 50 miljoen
gulden te kunnen voldoen.
Op 16 april konden wij dan ook een volledige
omslag constateren. De weekstaat vertoonde
een uiterst ruim beeld. De banken kwamen
hierbij tevoorschijn met een saldo van niet
minder dan 244 miljoen gulden, een stijging
derhalve van 227 miljoen gulden. De dure
voorschotten konden bovendien, op slechts 16
miljoen gulden na, geheel worden afgelost.
De bankbiljettenomloop had op deze situatie
een minimale invloed: slechts 10 miljoen gul
den keerde in de Paasdagen naar bankkas
sen terug.
De verruiming was voor de banken aanleiding
te over om schatkistpapier te kopen; de af
name - ongeveer 37 miljoen gulden - viel ech
ter tegen. Men wilde wellicht het kruit droog
houden voor de niet zo ver verwijderde nieuwe
maandwisseling. De uitzetting voor de april-
ultimo werd getaxeerd op 350 400 miljoen
gulden. Daarenboven bleek in de week van 16
tot 22 april voor ongeveer 150 miljoen gulden
naar de schatkist te zijn afgevloeid wegens
accijnsbetalingen en voor 125 miljoen gulden
doordat van de Agent schatkistpapier was ge
kocht. Al keerde in die week nog voor ruim 80
miljoen gulden bankpapier terug, genoemde
betalingen lieten hun verkrappende sporen na.
Ook de Nederlandsche Bank, die voor onge
veer 117 miljoen gulden aan dollars aan de
banken verkocht, werkte een verdere verkrap-
ping in de hand.
Uiteindelijk zag de weekstaat er per 22 april
weer een stuk ongunstiger uit; het werksaldo
van de banken was teruggelopen tot 77 mil
joen gulden, waarbij de voorschotten op 15
miljoen gulden konden worden gehandhaafd.
Het rijk daarentegen verbeterde zijn positie
met 243 miljoen en kwam daardoor uit de bus
met een ruim saldo ad 513 miljoen gulden.
Nog steeds werd geen aanleiding gevonden
om de officiële daggeldrente, die op 16 april
tot 11/2 procent was teruggebracht, weer te
verhogen. Dit duurde echter niet lang meer
want op 23 april werd deze ten teken van de
naderende bewolking met een half procent
verhoogd naar 2 procent, om in de vier erop-
volgende dagen met telkens een half procent
te worden verhoogd en uiteindelijk op 26 april
op 41/2 procent te belanden. De bankpapier-
opvraging was toen op volle gang gekomen.
De Agent van het ministerie van Financiën
heeft in de loop van april weer voor belang
rijke bedragen aan schatkistpapier afgegeven.
De stand van het schatkistpapier steeg in april
met in totaal 420 miljoen gulden naar 6.073
miljoen gulden. Hierbij moet echter worden
aangetekend dat door de Agent voor een niet
onaanzienlijk bedrag aan promessen bij de
Nederlandsche Bank werd geplaatst. Dit om
diverse guldenstrekkingen door het IMF -
welke tijdelijk uit eigen middelen werden ge
dekt - op deze wijze bij de Nederlandsche
Bankte herfinancieren. In totaal beliep het be
treffende bedrag in april bijna 400 miljoen
gulden.
De Agent stopte op 19 april de verkoop van
zes- en zevenmaandspromessen, welke tot
293