vfieuws van financiële instellingen - Nieuws van financiële instellingen - Nieuv Bondsspaarbanken Het jaar 1967 is voor de bondsspaarbanken niet ongunstig geweest. Het inlegoverschot steeg van 404 miljoen tot 489 miljoen gulden. De uitbouw van het spaargiroverkeer bracht met zich mee, dat het aantal posten van inleg en terugbetaling hoger was dan in 1966. Ultimo december beliep het totaal spaartegoed 6.424 miljoen gulden (5.697 miljoen gulden in 1966); het gemiddelde saldo per boekje steeg van 1.249 tot 1.352 gulden. Het marktaandeel van de bondsspaarbanken steeg daarmee van 30 tot 30,2 procent; dat van de boerenleenbanken van 46,4 tot 47,1 procent, terwijl het aandeel van de Rijkspostspaarbank verminderde van 23,6 procent tot 22,7 procent. De groei van de Nederlandse spaargelden ging voor een derde naar de handelsbanken. Bij de spaar banken aangesloten bij de Nederlandse Spaar- bankbond tekent zich langzaam een concen tratietendens af. Een twintigtal kleinere banken ging tot fusie over, terwijl voor het eerst in de geschiedenis twee grote spaarbanken (Amers foort en Hilversum) een belangengemeen schap zijn aangegaan, die zich wel tot een volledige fusie zal ontwikkelen. Dit is wellicht de eerste stap op weg naar een steeds verder voortschrijdende concentratie bij de bonds spaarbanken. Consumptief krediet Uit voorlopige CBS-gegevens blijkt, dat in 1967 het consumptieve krediet met 209 mil joen gulden (of 21 procent) is gestegen tot 1.225 miljoen gulden. In absolute bedragen was de groei bij de financieringsmaatschappij en het grootst en bij de betaalzegelkassen het kleinst. Postcheque- en Girodienst In het eindverslag van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat omtrent het ont werp van wet tot vaststelling van de begroting van de PTT, geeft de minister als zijn mening te kennen, dat de integratie van de Postche que- en Girodienst en de Rijkspostspaarbank de marktpositie van het bedrijf kan versterken. De recente invoering van de girospaarreke ningen kan als een begin van de integratie worden gezien, aldus de minister. Spaarbank Roermond De overname van het gehele spaarbankbedrijf van de bondsspaarbank te Roermond door de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven schijnt in bondsspaarbankkringen minder goed te zijn ontvangen. De keuzevrij heid van de spaarders wordt daardoor aan getast, aldus de Spaarbankbond. Een en ander is voor de bond aanleiding geweest om in Roermond een nieuwe vestiging tot stand te brengen met medewerking van een viertal bondsspaarbanken in Limburg, namelijk St. Pancratius te Heerlen, de Gemeente-Spaar banken van Maastricht, die van Venlo en de Maastrichtsche Spaarbank. Naar wordt ver- 284

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 46