en daar het dorp net een Nederlandsche Bank hebben geopend'. Geheel ander nieuws had een 19- jarige studente: 'Ik weet wel dat ze een fusie hebben aangegaan. Niet met de Twentsche Bank, dat was de ABN'. Een 55-jarige ver koper had weinig positieve berichten over de bank 'Hier kan ik niks wisselen. Bij andere banken kan ik betalen en halen, maar hier niet'. De denkbeelden van een 31-jarige stra tenmaker waren nog veel negatiever. Volgens hem 'speculeert men op deze bank met onze belastingcenten'. Wat de werknemers van de Nederlandsche Bank precies deden, was velen ook een raadsel: volgens een hield dat op met 'op de centjes passen', volgens een ander deed men daar niets anders dan 'geld maken voor de rijke jongens', door het geld te verme nigvuldigen 'met handel drijven met de centen van Jan en alleman'. Goud was er volop, vol gens dezelfde informant. De goudvoorraad be droeg volgens hem 50 miljard gulden. Het enige wat praktisch iedereen wist, was, dat doctor Zijlstra Jelle heet. Engeland en het decimale stelsel Groot-Brittannië heeft op 18 april 1968 de eer ste daadwerkelijke stap gezet naar de over gang op het decimale muntstelsel, na hierover meer dan vijftig jaar gesproken en geaarzeld te hebben. Op deze datum hebben de banken de nieuwe muntstukken van vijf en tien pennies in omloop gebracht. De nieuwe munten ko men in waarde overeen met de huidige een- en tweeshillingstukken, en zijn daartegen ook in wisselbaar. De volledige overgang naar het tiendelig stelsel zal pas in februari 1971 een feit worden. Onder het nieuwe systeem zal het pond, tot dan toe onderverdeeld in twee honderdveertig pennies, nog maar uit honderd pennies bestaan. De verdeling van het pond in twintig shillingen en de onderverdeling van de shilling in twaalf pennies was sedert de zevende eeuw in Europa en het Byzantijnse rijk in zwang. De alombe- kende Romeinse munten - vroeger gewichts eenheden - als de denarius en de munteen heid solidus liggen aan dit systeem ten grond slag. In vroegere tijden werd uit een pond zilver tweehonderdveertig zilveren penningen geslagen. Een hoeveelheid van twaalf pennin gen werd aangeduid als een schelling pennin gen. De afkortingen op de munten geven het nog aan: op de Engelse penningen staat de letter d. als afkorting van denarius. De reken eenheid solidus was de grondslag voor de schelling, waar later het Engelse woord shilling uit ontstaan is. De afkorting voor het pond, is oorspronkelijk de eerste letter van Libra, het Latijnse woord voor pond. Deze uitdrukkingen en schrijfwijzen zijn, min of meer aan de omstandigheden aangepast, in de meeste landen van West-Europa gehand haafd tot aan de Franse Revolutie, die het de cimale stelsel op het Europese continent bracht. In Engeland, met zijn zwak voor tradi ties en oude gebruiken, zijn deze oorspron kelijke Romeinse gewichtseenheden tot op de huidige dag bewaard gebleven. 279

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 41