ling van vennootschapsbelasting gehandhaafd blijft, vertrouwen wij, dat voor de plaatselijke boerenleenbanken het verlaagde tarief van 20 procent zal blijven gelden. Kredietverschaffing Ik kom nu tot enige bijzondere aspecten, die voor de ontwikkeling van onze boerenleen bankorganisatie kenmerkend zijn. Daar is vooreerst de sterke stijging van de lening verstrekking in het eerste kwartaal van het lopende jaar. De verstrekkingen liggen 45 pro cent boven die van het vorig jaar. De ruime middelenstroom bij de boerenleenbanken, als mede de ruimere armslag ingevolge de nieu we liquiditeitsregeling, die tegelijk met de nieuwe statuten in werking trad, zijn hierop ongetwijfeld van invloed. De toeneming van de leningverstrekkingen in 1968 vindt geheel plaats buiten de agrarische sector. In de sector van het midden- en klein bedrijf buiten de landbouw zien wij nu al jaren een vrijwel constante toeneming van de kre dietverlening. Het aantal verstrekte voorschot ten aan middenstanders ligt daarbij steeds tussen drieduizend en vierduizend per jaar; in het afgelopen jaar waren het er 3.700, waar naast nog 900 nieuwe kredieten in rekening courant eveneens aan middenstanders werden verstrekt. De aantallen zijn echter niet door slaggevend; het is met name het gemiddelde bedrag per post, dat een toeneming te zien geeft. De totale kredietverlening aan midden standers, voorschotten en kredietopeningen samen, steeg mede daardoor van 89 miljoen in 1966 tot f 106 miljoen in 1967. Nemen wij de uitstaande bedragen aan het einde van het afgelopen jaar, dan zien wij dat in het totaal van de bedrijfsfinanciering van onze boeren leenbanken de middenstand een aandeel had van 22 procent. (Hierbij is de woningfinancie ring niet in het totaal opgenomen). Dit per centage blijft vrijwel constant in de loop van de jaren, hetgeen betekent dat de procentuele aanwas van de uitstaande leningen aan de middenstand gelijk is aan de toch waarlijk niet geringe procentuele expansie van de totale uitzettingen van onze plaatselijke banken. Wij mogen stellen dat wij thans aan midden standers een in vergelijking met het agrarische bedrijfsleven volwaardige service op het ge bied van het krediet- en betalingsverkeer kun nen leveren. Aan de banken staan daarbij ook kredietadviseurs op het gebied van de mid denstand ten dienste, evenals dat het geval is bij de land- en tuinbouw. Wij zijn doende ons personele en materiële apparaat op het gebied van het middenstandskrediet verder uit te brei den. Het belang van de middenstand, waarmee onze plaatselijke banken steeds meer rekening houden, is daarmee gediend. Het zou nog meer kunnen worden gediend, wanneer onze plaatselijke banken ook zouden kunnen wor den ingeschakeld in de uitvoering van de mid- denstandskredietregelingen onder garantie van de overheid. De stijging van de uitleningen van de boeren leenbanken betreft naast de middenstands financiering vooral de woningfinanciering. De bijdrageregeling voor de particuliere woning bouw is sinds 1 januari belangrijk verbeterd. De bijdragen, die in een periode van tien jaar aflopen, worden toegekend over hogere be dragen aan stichtingskosten dan voorheen. Om voor toekenning van bijdragen in aanmer king te komen kunnen de stichtingskosten gaan tot zestig- zeventigduizend gulden, (al 266

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 28