reeds enkele malen heeft vergaderd. De be doeling is, dat de commissie adviezen uit brengt over vestigingsafspraken tussen boe renleenbanken en raiffeisenbanken. Ook kan de commissie adviseren over afspraken inzake condities voor rekeningen en kredieten. Ten slotte heeft de commissie tot taak om na te gaan of uitvoeringsregelingen van de beide centrale banken gecoördineerd kunnen wor den. Overigens zou ik willen verwijzen naar de circulaire van 27 maart jongstleden die aan alle boerenleenbanken is verzonden en waarin de taak van deze commissie nader is om schreven. Reeds vroeger heb ik laten blijken, dat met onze centrale bank te praten valt over verder gaande samenwerking dan waartoe nu is be sloten. Verschillende malen stellen raiffeisen banken en boerenleenbanken vragen over de mogelijkheden tot plaatselijke fusies, waarbij dan vanzelfsprekend de vraag van aansluiting bij een van de centrale banken aan de orde komt Wij zijn van mening, dat in dit verband de gedachte van een gemeenschappelijk in stituut van de beide centrale banken, waarbij daarvoor in aanmerking komende fusioneren de banken zich desgewenst zouden kunnen aansluiten, de moeite waard is om nader be studeerd te worden. Het is ons echter geble ken, dat onze zusterorganisatie daarover niet dezelfde gedachten heeft. Bij al deze overwegingen mogen wij evenwel niet vergeten, dat het bestaan van twee land bouwkredietorganisaties in ons land door de jaren heen een nuttige zaak is gebleken. In mijn inleiding van vorig jaar heb ik daarop reeds gewezen. Met name heb ik toen gesteld, dat het landbouwkredietwezen in zijn totaliteit zijn huidige positie niet zou hebben verwor ven - samen beschikken de beide landbouw kredietorganisaties over meer toevertrouwde middelen dan de grootste bankinstelling in ons land - indien zij niet beide aan de ontwikkeling van het landbouwkrediet in ons land zouden hebben gewerkt. Daarbij hebben zij kracht ge put uit een sterk bloeiend organisatieleven. Vooral ook de periodieke bijeenkomsten van vertegenwoordigers van de centrale bank met de vertegenwoordigers van de plaatselijke banken, zowel plaatselijk als regionaal, hebben een bloeiend organisatieleven bevorderd. On getwijfeld is dit ook een krachtige stimulans geweest voor een eendrachtig verder bouwen aan de uitbreiding van het gezamenlijke kre dietapparaat. Het is vanzelfsprekend dat er als gevolg daarvan ook hier en daar wijzigingen in het financieringsbeleid werden aangebracht, in overeenstemming met de in beide landbouw kredietorganisaties geconstateerde behoeften. Inspraak van de boerenleenbanken In een levend organisme, zoals onze landbouw kredietorganisatie gelukkig is, wordt steeds verder gewerkt aan de structuur van de eigen organisatie. Bij de statutenwijziging van ver leden jaar was de bovenbouw aan de orde. Door middel van een resolutie heeft de alge mene vergadering toen tot uitdrukking ge bracht, dat ook de onderbouw, met name op het stuk van de inspraak van de boerenleen banken in de organisatie van de centrale bank, herziening behoeft. Hiermee is nu een begin gemaakt met het optreden van de centrale adviescommissie, die inmiddels door de raad van toezicht is benoemd in overeenstemming met de aanbevelingen, die de boerenleenban ken op de najaarsbijeenkomsten hadden uit- 253

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 15