slachtkuikens in de periode 1961-1967 is ver viervoudigd, terwijl de binnenlandse consump tie van 1,1 kilogram in 1962 per hoofd van de bevolking toenam tot 3,7 kilogram in 1966. Gedurende 1936 trad er echter in de export een stagnatie op door de sterke uitbreiding van de Duitse slachtkuikenproduktie. Deze ontwikkeling had in 1966 echter weinig invloed op de rentabiliteit, omdat de meeste producen ten al contracten hadden afgesloten en daar mee hun prijzen voor het jaar 1966 hadden vastgelegd. Uit het onderzoek is gebleken, dat de voeder- prijzen, de koppelgrootte en het afleverings gewicht van de slachtkuikens in 1966 betrek kelijk weinig invloed hadden op het uiteinde lijke arbeidsinkomen per kilogram geleverd gewicht. Het voederverbruik per kilogram was daarentegen wel van invloed op het arbeids inkomen, dat per uur bij grotere koppels stijgt, voornamelijk omdat dan het arbeidsverbruik per dier lager is. De produktie van broedeieren voor slachtdoeleinden is eveneens zeer sterk toegenomen: van 2,5 miljoen per maand in 1959, tot 20 miljoen per maand in 1967. Geen exportcombinatie Het plan van het Centraal Bureau van de Tuin bouwveilingen om samen met de Algemene Nederlandse Bond van Groenten- en Fruit- exporteurs een grote coöperatie te vormen, gaat niet door. Het voorstel werd met een kleine meerderheid verworpen op de vergade ring van de exporteursbond. Het plan tot de vorming van een dergelijke coöperatie, waarin beide partijen, het Centraal Bureau en de ex porteursbond, voor 5 miljoen gulden zouden deelnemen, is vooral afgestuit op de vrees van de tegenstanders dat door deelneming van het Centraal Bureau de individuele exportbedrij ven teveel invloed zouden krijgen. De secre taris van de exporteursbond vreest nu dat een groot aantal leden door het Centraal Bureau buiten spel zal worden gezet en dat de deel nemingen in exportondernemingen door het Centraal Bureau in versterkte mate zullen doorgaan. Bedrijfsuitkomsten 1966/1967 Uit onlangs door het CBS gepubliceerde cij fers blijkt, dat het gemiddelde arbeidsinkomen per ondernemer de laatste drie jaren geen belangrijke wijziging heeft ondergaan (11.031 gulden in 1964/1965 en 10.882 gulden in 1966/1967). Uit een verdeling van de bedrijven naar klasse van grootte blijkt, dat de resultaten op de kleinere bedrijven in 1966/1967 gemiddeld gunstiger waren dan in 1965/1966. De verde ling van de bedrijfsuitkomsten naar bedrijfs- type tonen aan, dat het gemiddelde arbeids inkomen van de ondernemer op de akkerbouw bedrijven het laatste jaar 2 procent is gedaald ten opzichte van het vorig jaar. De gemengde bedrijven daarentegen boekten over het algemeen een gemiddelde inkomens stijging: voor de gemengde bedrijven op de zandgronden bedroeg deze stijging gemiddeld 4 procent, voor de overige bedrijven lag dit percentage iets hoger, namelijk op 6 procent. De weidebedrijven noteerden een gemiddelde inkomensstijging van maar liefst 13 procent. 236

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 66