Koerstabel
99Vu
7378
47>%
8672
827e
472%
Gemiddelde looptijd in jaren per 1-4-1968 23-2-1968 29-3-1968
perpetueel
3
Ned. Grootboek
49%
(6,13%)
50
(6,10%)
17%
6%%
Nederland
1967
(6,35%)
98
(6,45%)
16%
7
Nederland
1966 II
104Vu
(6,59%)
10374
(6,67%)
14%
3%%
Nederland
1950
(6,23%)
73%
(6,21%)
13%
5%%
Nederland
1965 II
93n/i6
(6,51%)
93»/i6
(6,54%)
13
4%%
Nederland
1963 I
83%
(6,38%)
827/i6
(6,48%)
11%
41/2%
Nederland
1960 II
863/16
(6.42%)
85%
(6,54%)
11
Nederland
1959
(6,38%)
8572
(6,56%)
9,1
3%%
Nederland
1956
(6,38%)
81%
(6,53%)
8
31/2%
Nederland
1953 l-ll
83%
(6,36%)
84
(6,37%)
7
3
Nederland
1937
83%
(6,11%)
83%
(6,19%)
4,7
372%
Nederland
1951
91 Vl6
(6,05%)
897b
(6,20%)
3,5
Nederland
1964 (10 j.)
9578
(6,01%)
9572
(5,98%)
voor korte beleggingen (tegen uiteraard aan
gepaste lage rendementen). Men gaf er ken
nelijk de voorkeur aan even de kat uit de
boom te kijken. Mede daardoor zag de week-
balans van de Nederlandsche Bank per 18
maart er dan ook overruim uit. De voorschot
ten waren op enkele miljoenen na geheel af
gelost en de banken hadden een tegoed van
niet minder dan 268 miljoen gulden. Hiervan
zal hoogstwaarschijnlijk een groot deel ook
tijdens het voorafgegane weekend renteloos
bij de Nederlandsche Bank hebben gestaan.
Met een saldo van 200 miljoen gulden loog de
rekening 'andere ingezetenen' er niet om.
In de eropvolgende dagen begon zich weer
een krapper beeld af te tekenen. Blijkens de
per 25 maart gepubliceerde verkorte balans
wierp de maartultimo reeds zijn schaduw
vooruit. De bankbiljettenomloop was met 96
miljoen gulden gestegen. Daarnaast bleek bij
de Agent voor 73 miljoen gulden aan schat
kistpapier te zijn afgenomen. Tenslotte bleek
de Nederlandsche Bank voor 100 miljoen gul
den aan dollars te hebben verkocht aan de
banken. Toch verkrapte de geldmarkt in die
dagen maar weinig. De saldi van de banken
en de schatkist bleven nagenoeg gelijk. Door
een vermindering van de post 'andere inge
zetenen' en door diverse betalingen van het
rijk (die daarmee de afname van schatkist-
226