zienlijk efficiencyvoordeel oplevert voor de fiscus. Enige praktische punten voor de landbouw De toepassing van de landbouwregeling is ook mogelijk voor ondernemers die goederen voortbrengen, die gerangschikt zijn onder het gereduceerde tarief. Dat wil dus zeggen, dat onder het woord landbouw moet worden ver staan de akkerbouw, veehouderij, het gemeng de bedrijf, de tuinbouw, de fruitteelt, de pluim veehouderij enzovoort. Hoewel dus het begrip landbouw zeer breed wordt geïnterpreteerd, blijkt dat de landbouwregeling niet van toepas sing zal zijn voor de sierteelt (bomen, bloe men, bloembollen); deze sector is namelijk met het twaalfprocents tarief belast omdat, zoals de staatssecretaris meedeelde, ook voorheen deze produkten aan een normaal omzetbelastingtarief waren onderworpen. Om de inruil en de vervanging van oude ma chines niet extra te bemoeilijken, is in het wetsontwerp bepaald, dat de levering van ge bruikte bedrijfsmiddelen en andere in het be drijf gebruikte goederen voor landbouwers onbelast blijven. Van de verkoopprijs of inruil- waarde zal dus geen omzetbelasting behoeven te worden afgedragen. Wanneer een landbouwer diensten verricht of goederen voortbrengt, die niet onder het ge reduceerde tarief vallen, terwijl de jaarom zet hiervan hoger is dan 10.000 gulden, kan hij niet meer onder de forfaitaire regeling val len. Door deze vrijstelling van 10.000 gulden voor betaalde burenhulp worden echter de activiteiten van de loonwerkers en de werk tuigencoöperaties geremd. Zij worden immers voor de volle 12 procent in de omzetbelasting betrokken en als gevolg daarvan zullen zij hun prijzen moeten verhogen. Door deze discrimi natie zal het voor hen moeilijker worden te concurreren met de betaalde burenhulp. Een facet dat zeer gunstig uitvalt voor de land bouw in ruime zin, is de vrijstelling van re gistratierecht bij overdracht van onroerend goed, dat tot een landbouwbedrijf behoort, van de ouder aan een of meer kinderen. Hierover vindt u in ditzelfde nummer (onder Van hier en daar) een nadere toelichting. Ten aanzien van de veilingen die vroeger wa ren vrijgesteld, werd aanvankelijk bepaald dat zij omzetbelasting zouden moeten betalen over de verkopen die op de veilingen plaatsvinden. Uiteraard zou de voorbelasting kunnen worden afgetrokken. Daar de groente- en fruitveilingen een bemid delende functie hebben, is het niet juist dat zij over hun omzet belasting moeten betalen. Aangezien bijna altijd door ondernemers aan ondernemers wordt geleverd, is het doeltref fender de veiling als dienstverlener aan te merken en haar alleen te belasten voor de marge. De kopers kunnen dan de voorbelas ting van de leveranciers normaal aftrekken. Er is daarom via een wijziging van het ontwerp de mogelijkheid geopend dat veilingen zich kunnen aanmelden als dienstverlener. Als pro dukten niet door ondernemers, maar recht streeks door verbruikers worden gekocht, gaat een en ander echter niet op. Reacties land- en tuinbouw Direct na het verschijnen van het wetsontwerp heeft de land- en tuinbouw positief gereageerd op de voorgestelde regeling van de omzetbe lastingheffing voor de land- en tuinbouw. Men 213

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 43