0mzetbelaóting 3 In het vorige artikel over dit onderwerp werd al aangekondigd dat nog uitvoerig zou worden ingegaan op de gevolgen die de invoering van de nieuwe omzetbelasting voor de landbouw heeft. In het huidige systeem van omzetbelasting heffing is de produktie van en de handel in landbouwprodukten vrijwel geheel van deze belasting vrijgesteld. Door de aard van de nieuwe omzetbelasting was het noodzakelijk dat ook de landbouw bij de BTW werd betrok ken. Een en ander betekende evenwel dat er voor de landbouw naar een bijzondere rege ling gezocht moest worden. Het vrijstellen van de betaling van omzetbelasting zou onder het nieuwe regime immers tot gevolg hebben, dat de reeds betaalde belasting geheel op de des betreffende sector zou komen te drukken en niet zou kunnen worden afgetrokken. De land bouw zou dan worden gelijkgesteld met de particulier. Anderzijds zou een onverkorte toe passing van het systeem van de toegevoegde waarde er toe leiden, dat de landbouw volledig in de belastingheffing zou worden betrokken, wat een aanzienlijke lastenverzwaring met zich mee zou brengen. 208 De manier waarop de landbouw in de omzet belasting moet worden betrokken, is echter ook nog afhankelijk van de EEG-richtlijnen, omdat door het verschil in belastingheffing in verschillende landen concurrentievervalsing zou kunnen optreden. Een bepaalde uniformi teit in het regelen van de omzetbelasting door de diverse landen is daarom wel gewenst. Alle EEG-landen hebben zich gerealiseerd, dat het voor het merendeel van de landbouwers een ondoenlijke zaak zou zijn om te voldoen aan de administratieve verplichtingen die sa menhangen met het systeem van belasting heffing over de toegevoegde waarde. Voor Italië bijvoorbeeld, waar juist door de gebrek kige administraties de belasting op een meer indirecte manier wordt geïnd, mag men voor de omzetbelastingheffing geen al te hoge eisen stellen aan de administratie. EEG-richtlijnen In verband met het bovenstaande zullen bij de EEG-ministerraad zo spoedig mogelijk voor stellen worden ingediend betreffende de richt lijnen voor de gemeenschappelijke wijze van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 38