Oorzaken Het rapport vermeldt verscheidene achter gronden en oorzaken van het leegstaan. Meestal is het niet zo, dat slechts één oorzaak aan deze problematiek ten grondslag ligt: vaak speelt een complex van factoren een rol. Als voornaamste oorzaken worden in het rapport onder andere genoemd dat de bouw van het winkelcentrum niet gelijk loopt met de bouw van het woongebied (in 20 procent van de gevallen). Vaak zijn de winkels reeds geruime tijd gereed voordat het woongebied geheel klaar is. En het is duidelijk dat de ondernemers in een winkelcentrum van een half voltooide wijk een moeilijke aanlooptijd hebben. Ook de situering van het winkelcentrum blijkt veelal niet bevorderlijk te zijn voor het snel betrek ken van een winkel in zo'n centrum (62 pro cent). Daarnaast denken de planologen en de gemeentelijke autoriteiten dikwijls te optimis tisch over de omvang van een rendabel te maken winkelcentrum. Niet zelden voorziet men een te grote winkelcapaciteit voor een wijk (28 procent). De voorgaande punten zijn nog een bewijs te meer voor de volgende oorzaak die het EIM voor het leegstaan van winkels aanvoert, namelijk het gebrek aan samenwerking en overleg (51 procent). Tenslotte zijn ook de financieringsmoeilijkhe den er de oorzaak van dat de winkelcentra zo langzaam bevolkt worden. Vaak zijn de koop prijzen, en daarmee ook de huurprijzen ingeval van huur, en de kosten van inrichting te hoog om een rendabele exploitatie mogelijk te ma ken (31 procent). Hieraan zijn de gemeenten meestal debet, doordat zij een grondprijs voor de bouw van winkels bedingen, die soms zes maal zo hoog is als die voor woningwetwo ningen. Bovendien moeten de huurprijzen voor bedrijfspanden vaak de relatief lage huurprij zen van daarbovengelegen flats compenseren. Boerenleenbank Maasbommel, officieel geopend 30 november 1967

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 31