sing, die bij de hervorming van de bestuurs structuur van de centrale bank is gevonden, vertoont grote verwantschap met deze figuur. Er is echter - en zulks geheel in overeenstem ming met de eigen aard van de coöperatie als rechtsvorm van de onderneming - dit grote verschil, dat, anders dan een college van ge delegeerde commissarissen bij de naamloze vennootschap, de raad van beheer bij de cen trale bank zijn bevoegdheden rechtstreeks aan de statuten ontleent en dat de leden van de raad van beheer rechtstreeks als zodanig wor den gekozen door de algemene vergadering. Afbakening Inmiddels zijn met ingang van 8 december de nieuwe statuten en het nieuwe huishoude lijk reglement van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank in werking getreden. Tevoren waren de richtlijnen vastgesteld, waaraan de directie bij de uitoefening van haar taak en bevoegdheden is gebonden. Door de vaststel ling van dergelijke richtlijnen is de raad van beheer tot mede-bewind in staat. De eerste richtlijn betreft de interne organisatie van de bedrijfsvoering bij de centrale bank. Daarin worden zaken behandeld als het bestendig overleg met de raad van beheer, de interne bedrijfsorganisatie (organisatieschema), per soneelsaangelegenheden, pensioenreglement, ondernemingsraad, dadingen en rechtsgedin gen en giften. In deze richtlijnen wordt be paald in hoeverre de directie voor bepaalde besluiten op de genoemde gebieden de voor afgaande goedkeuring (met uitsluitend interne werking) van de raad van beheer behoeft dan wel in hoeverre de directie van bepaalde be slissingen achteraf mededeling aan de raad van beheer heeft te doen. Een tweede richtlijn betreft het doen van uitzet tingen andere dan kapitaafmarkttransacties alsmede het stellen van borgtocht en garan ties. Een derde richtlijn, die volgens artikel 35 lid 4 van de statuten, de goedkeuring van de raad van toezioht behoeft, heeft betrekking op het doen van kapitaalmarkttransacties. Deze richtlijn behelst een soort van beleg gingsschema, waaraan de directie is gebon den bij het beleggen van gelden van de cen trale bank. Ook in de beide laatstgenoemde richtlijnen wordt duidelijk gesteld voor welke uitzettingen en beleggingen voorafgaande goedkeuring van de raad van beheer nodig is en voor welke enkel een mededelingsplicht bestaat. Door het geven van deze richtlijnen is een duidelijke afbakening van bevoegdheden tus sen directie en raad van beheer verkregen. De richtlijnen werken echter in hoofdzaak in tern. Tegenover derden wordt de centrale bank verbonden door de directie, die de bank ver tegenwoordigt en haar verbindt. Alleen bij sommige transacties, zoals bij kredietverle ning aan economische instellingen van de ge organiseerde landbouw ten aanzien waarvan de beslissingsbevoegdheid eveneens aan de raad van beheer is voorbehouden, zal in de overeenkomst dienen te worden vermeld, dat de directie krachtens een besluit van de raad van beheer handelt. Overigens treedt de di rectie op krachtens haar eigen statutaire be voegdheid. En het spreekt vanzelf dat de di rectie daarmee ook een eigen verantwoorde lijkheid als orgaan van de centrale coöperatie ten op zichte van de algemene vergadering heeft aanvaard. Het komt ons voor dat de dui delijkheid daarmee slechts kan zijn gediend. 118

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 8