Vier miljard spaargeld
AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS
Bij een vergelijking van de hiernaast afgedrukte verzamelbalansen moet men rekening houden met het feit dat de
januaribalans beïnvloed is door de jaarafsluiting; de rentebijschrijvingen waren in de decembercijfers nog niet
verwerkt. De vergelijking van de spaargelden, de tegoeden en kredieten in rekening-courant en het tegoed bij de
centrale bank geeft daardoor een vertekend beeld. Daarnaast zijn de cijfers van voorschotten, effecten en spaar
gelden nog beïnvloed door de overneming van een tweetal spaarbanken. In deze aantekeningen zullen wij deze
bijzondere invloeden verder buiten beschouwing laten.
In de eerste maand van het nieuwe jaar hebben onze banken met 38 miljoen een spaaroverschot bereikt dat
aanzienlijk hoger is dan dat van januari 1967, toen de invloed van het gunstige spaarklimaat ook al duidelijk
merkbaar was. Het overschot van 38 miljoen betekende dat de mijlpaal van 4 miljard aan spaargelden werd
overschreden, ruim twee jaar na het bereiken van de 3 miljard. De overige toevertrouwde middelen ondergingen
slechts geringe wijzigingen.
De uitstaande vaste leningen namen toe met 20 miljoen, tegen f 12 miljoen in januari 1967. Er werd voor f 45
miljoen aan nieuwe voorschotten verstrekt, terwijl aan aflossingen 25 miljoen binnenkwam. De uitstaande kre
dieten in rekening-courant bleven vrijwel gelijk.
Spaarbeweging in februari
Bij de landbouwkredietbanken zijn de spaarresultaten in februari voor het eerst sedert ongeveer een jaar lager
geweest dan in de overeenkomstige maand van het voorafgaande jaar. Onze boerenleenbanken boekten een
inlegoverschot van f 19,3 miljoen, te vergelijken met 26,8 miljoen in februari 1967. Het overschot bij de Utrechtse
banken bedroeg f 21,3 (25,6) miljoen. Ook de bondsspaarbanken hadden met 50,7 miljoen een minder gunstig
resultaat dan in februari 1967. De Rijkspostspaarbank was de enige van de vier traditionele spaarinstellingen
die deze maand een hoger overschot had dan in februari 1967: respectievelijk f 37,1 en f 22,0 miljoen.
170