waardoor het saldo van het rijk met 167 mil joen gulden steeg tot 879 miljoen gulden. Voor de weinige resterende miljoenen kocht de markt schatkistpapier van de Agent van het ministerie van Financiën, waardoor ook die middelen naar het rijk afvloeiden. Door de betaling van het rijk aan de gemeen ten op 15 februari, ter grootte van bijna 300 miljoen gulden, werd de geldmarkt veel rui mer, zo veel zelfs dat de officiële daggeld rente in enkele dagen tijds werd verlaagd tot 2 procent, een niveau dat sinds 26 oktober van het jaar 1965 niet meer was voorgekomen. De banken slaagden er hierdoor in hun dure voor schotten drastisch te verlagen met 119 mil joen gulden tot 15 miljoen gulden. Tengevolge van diverse belastingbetalingen daalde het saldo van het rijk uiteindelijk met slechts 228 miljoen gulden tot 651 miljoen gulden. In de erop volgende dagen begon de ultimo weer langzamerhand van zich te doen spreken. Per 26 februari bleek op deze wijze voor 200 miljoen gulden uit de kassen der banken te zijn gehaald. Verwacht werd dat hiermede de ulti- mo-financiering wel ongeveer zou zijn beke ken, Dit neemt echter niet weg dat de geld markt zeker nog zware dagen voor de boeg zou hebben. Op 1 maart namelijk zou de stor ting op de jongste staatslening moeten plaats vinden. Deze zou 250 miljoen gulden aan de markt onttrekken. Daartegenover zouden wel middelen binnenkomen uit aflossing van schat kistpapier en aflossing en rente op de geves tigde schuld; of dit alles bij elkaar voldoende zou zijn om genoemde staatslening te finan cieren was echter nog een open vraag. In de stand van het uitstaande schatkistpapier is in de loop van februari slechts een geringe wijziging gekomen. In aanmerking genomen de gedane aflossingen is het saldo met onge veer 50 miljoen gulden toegenomen. De afgifte van de negenmaandspromessen werd begin februari stopgezet en toen werd begonnen met de uitgifte van promessen met een looptijd van acht maanden. Dit papier zal in oktober van dit jaar komen te vervallen. De Agent verlaagde het percentage van dit 'belasting papier' met V,4 procent tot 4% procent. De andere prijzen bleven onveranderd. Emissies: Staatslening Ook in februari hebben zich weer diverse geld- vragers op de kapitaalmarkt aangemeld en - voor zover te constateren viel - niet zonder succes. Op 8 februari kon men inschrijven op de 61/2 procent staatslening tegen 991/2 procent. Op deze lening werd ingeschreven voor ruim 525 miljoen gulden. Het ministerie van Financiën bepaalde het leningbedrag op 250 miljoen gulden, zodat van de inschrijvin gen slechts 471/2 procent werd toegewezen. Er kan dus zonder twijfel van een geslaagde emissie worden gesproken, zonder dat overi gens van overdreven majorering sprake is ge weest. Aangezien het bedrag van de lening tevoren niet was bekend gemaakt, waagde men zich kennelijk niet aan overdreven inschrijvin gen, Wel werd algemeen verwacht dat minister Witteveen de eerste lening zou beperken tot 250 a 300 miljoen gulden; dit kon echter geen motief zijn om 'grenzeloos' in te schrijven, zoals wij in het verleden wel hebben meege maakt. Het goede onthaal bleek ook wel uit de koers van de nieuwe stukken, die zich in de volgende dagen gemakkelijk boven de uitgifte prijs kon handhaven en op 29 februari zelfs op 99% kwam. 159

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 49