markt Minder bankpapier door girale salarisbetaling De geldmarkt heeft in de achter ons liggende februarimaand over het algemeen een rustig verloop gehad. Uiteraard bleven de verkrap- pingen - onder meer tengevolge van belas tingbetalingen - niet uit, zij werden echter snel weer opgevolgd door welkome opklaringen. De inzet was gunstig: de januari-ultimo vergde - voor zover uit de weekstaten valt af te lei den - slechts 163 miljoen gulden en leverde derhalve ook weinig moeilijkheden op. Daarbij kwam dat het rijk kennelijk op de laatste dag van januari nog grote betalingen had te ver richten, waardoor de positie van de markt danig werd versterkt. Per saldo zag het rijk per 29 januari zijn saldo met bijna 250 miljoen gulden verminderen. De banken konden daar door niet alleen zonder moeite de bankbiljet- tenuitzetting financieren maar daarnaast nog hun saldo bij de Nederlandsche Bank met bijna 100 miljoen gulden tot 163 miljoen gulden ver hogen. De officiële daggeldrente, sedert 15 januari op 21/2 procent gesteld, kon derhalve op dat niveau gehandhaafd blijven. Op de 31ste januari en de eerste dagen van februari moest evenwel zoveel aan belasting betaald worden dat de geldmarkt behoorlijk verkrapte; op 2 februari werd de officiële dag geldrente al tot 4 procent verhoogd. Het terug kerend bankpapier ad 88 miljoen gulden, als mede de betalingen van rente en aflossing op de vlottende en gevestigde staatsschuld ad 160 miljoen gulden, mochten hierbij niet baten. De banken hadden volgens de week- balans per 5 februari 135 miljoen gulden van de Nederlandsche Bank moeten lenen om aan de lopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Hun banksaldo kwam minimaal laag uit op 15 miljoen gulden. Daartegenover zag het rijk zijn saldo met niet minder dan 269 mil joen gulden versterkt tot 712 miljoen gulden. Blijkens de weekstaat van de Nederlandsche Bank, afgesloten per 12 februari, was er op de geldmarkt in het algemeen weinig veranderd. De voorschotten bleven nagenoeg onveran derd evenals de saldi van de banken. De verdere mutaties betroffen voornamelijk een terugkeer van niet minder dan 190 miljoen gulden aan bankbiljetten, waardoor de totale bankbiljettenomloop tot 7.883 miljoen gulden werd teruggebracht. Dit was niet slechts de laagste stand van het jaar, men moet teruggaan tot eind april 1967 om een cijfer te vinden dat hiermee enigszins vergelijkbaar is. Daaruit zouden wij kunnen afleiden, dat de girale sala risbetalingen toch wel hun effect gaan uitoefe nen op de bankbiljettenomloop. De enige partij die van het terugkerend bank papier profiteerde was het rijk. In de vorm van belastingbetalingen werd dit bankpapier via de banken naar de schatkist gebracht, 158

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 48