Van
hier
Minder verkoopplaatsen in de detailhandel
Onlangs zijn cijfers gepubliceerd omtrent de
ontwikkeling van het aantal verkoopplaatsen
in de detailhandel. Hieruit blijkt dat dit aantal
in de loop van 1967 met ongeveer 2.600 is ge
daald. Het aantal ondernemingen met één ves
tigingsplaats is met 3.000 gezakt. Deze vermin
dering komt voor een groot gedeelte ten laste
van de levensmiddelensector, namelijk 1.500.
Andere sectoren die een duidelijke daling ver
tonen zijn tabaksartikelen (327), brandstoffen
(208), ijzerwaren en gereedschappen (147),
textielgoederen (152), rijwielen en bromfiet
sen (270). Een stijging van het aantal verkoop
plaatsen trad op bij slijterijen (66), de handel
in bloemen en planten (55), de boekhandel
(10), de parfumerieën (5), en bij de zaken voor
optische artikelen (20) en meubelen (19).
Het aantal bedrijven met filiaalzaken is met
400 toegenomen. Opmerkelijk hierbij is dat de
daling van het aantal levensmiddelenzaken
ook in deze sector valt waar te nemen. In totaal
zijn er nu ongeveer 173.000 verkoopplaatsen
van de detailhandel. Aan de voortdurende
teruggang van de ambulante handel blijkt een
einde te zijn gekomen, hetgeen wellicht ver
klaard kan worden door de minder gunstige
economische situatie, waardoor de consument
daar koopt waar hij het goedkoopst denkt
te slagen.
Centrale financiering gemeenten
Eind februari is het wetsontwerp goedgekeurd
waarbij de centrale financiering van publiek
rechtelijke lichamen met ingang van 4 decem
ber 1967 opnieuw voor de duur van een jaar
werd verlengd. Deze beschikking houdt in dat
gemeenten en waterschappen slechts geld
mogen lenen bij de Bank voor Nederlandsche
Gemeenten.
Volgens de regering heeft de centrale finan
ciering in 1967 betere resultaten opgeleverd
dan in 1966. Aanvankelijk zag het er in 1967
naar uit dat er enige ontspanning op de kapi
taalmarkt zou gaan optreden, welke dan ook
tot uiting kwam in een lichte daling van de
rentestand. Later werd de situatie minder gun
stig en de regering is van mening dat de in de
150