grondslag de uitvindingen van Babbage, was
hij twintig of eenentwintig jaar.
Bessie
Van de negentiende eeuw springen wij ineens
naar de jaren 1940-1945, de jaren van de
tweede wereldoorlog. De geallieerden hadden
toen behoefte aan een machine die ingewik
kelde wiskundige vraagstukken snel kon op
lossen, vooral ter opsporing en bestrijding van
de gevreesde vijandelijke duikboten. Men
slaagde erin rekenmachines te construeren
die de rekentijd van enkele maanden terug
brachten tot een half uur. Ondergebracht in
een van de meest bekende technische hoge
scholen van Amerika, het Massachusetts In-
stitute of Technology, staat de stammoeder
van de tegenwoordige computers, een groot,
log en - in vergelijking met haar nakomelin
gen - niet bijster intelligent geval, dat de naam
Bessie kreeg, naar de Duitse wiskundige en
astronoom F. W. Bessel. Bessie, gebouwd
door de IBM, heeft in de tweede wereldoor
log enkele problemen opgelost waarvan de
uitkomsten wereldberoemd zijn geworden. Zo
werd zij in 1943 met de opgave belast om de
mogelijkheden van een elektrisch snelvuur
kanon wiskundig juist te berekenen. De Ver
enigde Staten hadden van hun agenten ge
hoord dat Duitse technici en wetenschapsmen
sen koortsachtig bezig waren aan de ontwik
keling van een dergelijk kanon. Bessie kreeg
een enorme berg formules, kogelbaanbereke
ningen en vergelijkende statistische gegevens
voorgeschoteld, het probleem werd van alle
kanten bekeken en ze bewees tenslotte in
korte tijd dat dit wapen onmogelijk ooit prak
tisch zou kunnen functioneren. De Amerikanen
lieten daarop het plan voor een elektro-kanon
varen, terwijl de Duitse ingenieurs, die geen
'Bessie' bezaten, veel moeite, tijd en geld aan
dit niet uitvoerbare project verspilden.
Administratieve computers
Na de tweede wereldoorlog hebben wij gezien
dat de administratieve werkzaamheden, vooral
in Amerika zich snel hebben uitgebreid door
ingewikkelde sociale en fiscale maatregelen,
de industrialisatie en de vergroting van de be
drijven. Daarbij komt nog, dat arbeidskracht
steeds duurder is geworden. Onder de druk
van deze omstandigheden werd in 1950 onder
zocht of het mogelijk was de computers niet
alleen voor wetenschappelijke maar ook voor
administratieve doeleinden te gebruiken. De
uitslag van dit onderzoek was positief en zo
deed de computer zijn intrede in het bedrijfs
leven. In 1953 kwamen in Amerika de eerste
grote machines aan de markt. Vijf jaar later
telde het Amerikaanse bedrijfsleven al twee
duizend computers en in 1970 zal dit waar
schijnlijk zijn opgelopen tot tachtigduizend
stuks. In Nederland verscheen pas in 1957 de
eerste computer in het bedrijfsleven en wel bij
de Koninklijke Nederlandse Heidemaatschap
pij. Op het ogenblik staan er in Nederland een
duizendtal computers. Onder dit duizendtal
vallen zowel de wetenschappelijke als de ad
ministratieve computers.
Een computer kan enkele honderdduizenden
bewerkingen per seconde uitvoeren. Zo'n op
merking zal waarschijnlijk met een licht schou
derophalen ontvangen worden, want grote ge
tallen hebben heden ten dage hun geheimzin
nigheid verloren. Daarom een voorbeeld.
Laten wij aannemen dat de computer in één
133