het geval is bij andere ondernemingen; de
kostenvoordelen van de grote eenheid, de
voorsprong in het speurwerk en de te ver
wachten sterkere marktpositie. Maar naast de
bedrijfseconomische voordelen staat het na
deel, dat door de concentraties langzaam maar
zeker de onafhankelijke banken en daarmee
de onderlinge concurrentie verdwijnen. Ook
is het de vraag of de nieuw ontstane groot
banken de macht die zij hebben, economisch
juist zullen gebruiken en of de van de fusie
verwachte economische voordelen voor de
bank inderdaad zo groot zullen zijn dat een
dergelijke stap te rechtvaardigen is.
De boerenleenbanken
Kunnen de middelgrote en grote bedrijven in
ons land door hun omvang alleen terecht bij
de middelgrote of grote handelsbanken, voor
de kleine bedrijven in ons land is de keus niet
zo beperkt. Zij kunnen terecht bij de twee
grootste handelsbanken, die door het hele land
een uitgebreid net van kantoren hebben en
die nu ook bereid zijn kleine klanten te accep
teren; bij de Nederlandsche Middenstands-
bank, die vooral werkt op het terrein van de
kredietverlening aan middenstands- en kleine
bedrijven; bij een aantal grote en kleine han
delsbanken, ofschoon deze niet allemaal be
reid zijn 'kleine cliënten' te accepteren, en bij
meer dan duizend boerenleenbanken die zich
na de oorlog hebben ontwikkeld tot algemene
banken in het klein.
In de rij van de grote banken in Nederland
staan, gerekend naar het balanstotaal, de or
ganisatie van de raiffeisenbanken en die van
de boerenleenbanken respectievelijk op de
derde en de vierde plaats. Elk dezer organi
saties heeft een groter aantal vestigingen dan
enige andere bank in ons land. Een typisch
verschilpunt tussen deze landbouwkredietcen
trales enerzijds en de handelsbanken ander
zijds is, dat de middelen van de boerenleen
banken in veel grotere mate uit duurzame
spaargelden bestaan, terwijl bij de overige
banken in verhouding grotere saldi in reke
ning-courant worden aangehouden.
126