on Banking'. Het boek heeft inmiddels de der
tigste druk beleefd. Deze verhandeling schreef
hij niet alleen voor bankiers, maar vooral voor
het publiek. In zijn voorwoord bij de handlei
ding schrijft hij, dat het doel van dit boek en
van al zijn andere werken is. het geven van
nuttige inlichtingen aan het publiek over het
bankwezen. Ofschoon hij de term public rela
tions niet kende, wist hij wel dat deze nodig
waren om het publiek meer vertrouwen te ge
ven in het bankbedrijf. Men stelde hem in 1833
voor, algemeen directeur te worden van een
nieuw op te richten bank, de London and
Westminster Bank, welker oprichting de 10e
maart 1834 een feit werd. Onder zijn leiding
groeide deze bank spoedig uit tot een van de
grootste en rijkste banken in haar soort in En
geland, vermoedelijk omdat de directeur altijd
op tijd kwam en zijn cliënten staande en kort
te woord stond. Eind 1859 trok hij zich gedeel
telijk terug uit het bankwezen onder het genot
van een pensioen dat vijftienhonderd pond
sterling per jaar bedroeg. In die tijd waarlijk
geen kleinigheid. Hij stierf op 8 augustus 1863,
als een algemeen geacht man; hij was onder
meer Fellow of the Royal Society en Member
of the Statistical Society, aan welke verenigin
gen hij waardevolle bijdragen leverde. Vooral
wat betreft zijn voor die tijd revolutionaire
ideeën en zijn vooruitziende blik, wordt hij op
zijn gebied beschouwd als een evenknie van
Jules Verne.
65