Van hier
Einde provinciale tuinbouwwaarborginstituten
De Stichting Borgstellingsfonds voor de Land
bouw heeft besloten kredietgaranties aan tuin
bouwbedrijven mogelijk te maken tot honderd
procent van de benodigde leningen, in plaats
van de tot nu toe geldende vijftig procent. In
verband daarmee zullen de elf provinciale
waarborginstituten voor de tuinbouw geen
nieuwe garanties meer afgeven. Zij blijven
echter bestaan om reeds verleende garantie
verplichtingen te kunnen nakomen.
Sinds 1960 zijn de aanvullende garanties sterk
teruggelopen en in 1966 werd nog slechts in
tien procent van de gevallen een aanvullende
garantie verleend, daarmee was 1,3 miljoen
gulden gemoeid. Het Borgstellingsfonds nam
voor 35,6 miljoen gulden aan garanties op zich.
Herinvoering vervroegde afschrijving
Aan de lopende band worden door het minis
terie van Bouwnijverheid maatregelen bekend
gemaakt ter bevordering van de werkgelegen
heid in de bouwnijverheid. Het betreft meestal
regionale maatregelen. Zo is onlangs bij de
Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend dat
beoogt de vervroegde afschrijving voor ge
bouwen (geen woonhuizen) weer in te voeren
voor de provincies Groningen, Friesland,
Drente, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant,
Limburg en Zeeland, het noordelijk gedeelte
van Noord-Holland en de zuidelijke IJssel-
meerpolders.
De vervroegde afschrijving geldt voor gebou
wen of verbeteringen, waarvoor na 11 oktober
1967 de verplichtingen zijn aangegaan of de
kosten zijn betaald. De vervroegde afschrij
ving bedraagt eenderde van de kosten, ver
deeld over twee jaar, hetgeen dus per jaar
eenzesde van de kosten betekent.
Huurverhoging in 1968
Per 1 januari 1968 is in het gehele land een
wettelijke huurverhoging van kracht geworden
van 4 procent voor woningwetwoningen die na
1945 maar voor 1967 zijn gebouwd. Als de
huur al hoger is dan het per 1 januari 1968
geldende niveau mag de verhoging niet wor
den toegepast. Dezelfde huurverhoging is toe
gestaan voor particuliere huurwoningen die
voor 1 januari 1967 gereed zijn gekomen.
Voor gebieden waar de huurliberalisatie nog
niet van kracht is, is een wetsontwerp in voor
bereiding, waarbij de huren van alle woningen,
waarvoor geen jaarlijkse bijdragen worden be
taald, in de loop van 1968 met 4 procent mo
gen worden verhoogd. Dit betekent dat huur
der en verhuurder in vrij overleg een nieuwe
90