De grootste prijsopdrijvende oorzaken komen uit de landbouw zelf. Allereerst blijken land bouwers wier bedrijven zijn onteigend, bereid te zijn zeer hoge prijzen te betalen voor boer derijen en gronden. Daarnaast hebben veel agrarische bedrijven een zekere overcapaci teit voor wat betreft gebouwen en machines, Na het opheffen van de prijsbeheersing van hetgeen voor talrijke landbouwers aanleiding landbouwgronden op 1 januari 1963 zag men 's om behoorlijke prijzen te betalen voor en- plotseling een vrij sterke stijging van de prij- kele aanvullende hectaren grond. Daar staat zen van boerderijen en grond, ongetwijfeld tegenover dat het aanbod van grond beperkt mede onder invloed van aankopen van de is- Een 9root aantal andere agrariërs, vooral overheid en het bedrijfsleven voor andere dan de minder bekwamen en de ouderen, hebben agrarische doeleinden. Deze aankopen zijn geen andere keus dan boer blijven op het naar alle waarschijnlijkheid slechts van ge- bestaande bedrijf. De werking van het Ont- ringe betekenis in verhouding tot aankopen wikkelings- en Saneringsfonds kan er zeker voor agrarische bestemming. Rechtstreekse toe bijdragen dat de grond gemakkelijker in invloed hebben zij alleen op de prijzen van andere handen overgaat en wordt aangewend landbouwgronden in de buurt van steden. in de meest produktieve richting. 260 Gemiddelde koopprijzen van boerderijen en landbouwgronden (indices 1959/1960 100). Van een eventueel prijsopdrijvende invloed van de kant van beleggers is hoegenaamd geen sprake, als men tenminste afgaat op het steeds geringere aantal hectaren grond dat door niet-agrariërs wordt verpacht. De lage pachtprijzen zijn hieraan zeker debet. 200 120 - 220 240 140 160 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967 /V /x Beziet men de ontwikkeling van koopprijzen van gronden en boerderijen in de grafiek, dan kan men voorzichtig concluderen dat de stij ging voor boerderijen is verzwakt en voor bouw- en grasland is omgeslagen in een daling. In de komende jaren zal men er rekening mee moeten houden dat het gekapitaliseerde netto rendement van de grond hoe langer hoe meer als criterium zal gelden voor de koopprijzen van agrarische grond en opstallen zonder speculatieve waarde. Als dat inderdaad zo is, ligt een minder sterke stijging van de koop prijzen, afgewisseld door dalingen, in het verschiet. ++++4- los grasland los bouwland boerderij

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 22