26.000 mark (plusminus 23.500 gulden) op te nemen en 74 Oostenrijkers deden hetzelfde door een totaalbedrag van 132.500 schillingen (plusminus 18.500 gulden) van hun tegoed af te laten schrijven. De cijfers van 1967 vertonen, vergeleken met die van 1966, een sterke stijging; de resultaten over 1967 lagen drie tot viermaal zo hoog als over 1966. Daarmee is de levensvatbaarheid van het EU-reisspaarboekje wel bewezen. Van de mogelijkheid om in Nederland zelf geld met een reisspaarboekje op te nemen is druk ge bruik gemaakt, hoewel wij geen cijfers tot onze beschikking hebben, waaruit de omvang blijkt van dergelijke transacties tussen de banken onderling, die aan deze regeling meedoen. Men kan nog niet met zekerheid zeggen of de komst van de betaalcheque het veelvuldig ge bruik van het EU-reisspaarboekje in Neder land zal afremmen. Waarschijnlijk zal dit alleen het geval zijn voor kleine bedragen, omdat in de praktijk een betaalcheque maar tot een maximum van vijftig gulden uitgeschreven wordt. Om een bedrag van driehonderd gulden te betalen, zou men zes betaalcheques moeten uitschrijven. Het kan in bepaalde omstandighe den eenvoudiger zijn dit bedrag in zijn geheel op te nemen via het EU-reisspaarboekje. Om bij de reisspaarboekenclub te komen, of met andere woorden, om de trotse bezitter van een EU-reisspaarboekje te worden, hoeft men alleen maar een boerenleenbank of raif- feisenbank binnen te lopen en een reisspaar boekje te vragen. Van de gegadigde wordt verder tenminste tien gulden als eerste inleg verwacht. Is men een gevestigde cliënt van de bank waar men binnenstapt, dan zal geen legitimatiebewijs gevraagd worden, maar is men volkomen onbekend bij de binnengestap te bank, dan kan de man achter de balie een legitimatiebewijs vragen. De aanbieder van een reisspaarboekje wordt pas uitbetaald wanneer hij zich deugdelijk heeft gelegitimeerd, een maatregel waardoor fraude bij verlies van het boekje praktisch uitgesloten is. Deze dienstverlening van het boerenleenbankwezen is gebonden aan be paalde voorwaarden, die onder meer inhou den, dat op een EU-reisspaarboekje door een Nederlander niet meer dan 1.000 gulden per 30 dagen kan worden opgenomen. Voor een Duits reisspaarboekje bedraagt dit maximaal 1.000 mark en een Oostenrijks boekje heeft als maximum 6.500 schilling. En wat bij pech Wat echter te doen wanneer men bijvoorbeeld in een Oostenrijks Dörfl belandt, waar geen bank is gevestigd die het vertrouwde EU- vignet voert en waar men tot de ontdekking komt dat het reisspaarboekje in dit geval geen uitkomst biedt? Er zijn dan voor de gestrande toerist twee mogelijkheden: öf welgemoed op zoek gaan in een andere plaats öf de bank employé in fraai Duits verzoeken mal schnell de Centrale Boerenleenbank in Eindhoven telegraferen om te berichten, dat er een trou we cliënt van de boerenleenbank aan de kas staat die geld nodig heeft. De toerist geeft zijn naam en adres op en de plaatselijke bank waar hij cliënt is. De centrale bank controleert een en ander en zodra haar gebleken is dat het saldo toereikend is, telegrafeert zij met spoed terug dat de cliënt geholpen kan wor den. Deze regeling bestaat al langer en geldt niet specifiek voor het EU-reisspaarverkeer. 78

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 20