recht bij het overgaan van een bedrijf van vader op een of meer kinderen af te schaffen en door het Borgstellingsfonds een dikker stootkussen te bezorgen. Ten aanzien van het ruilverkavelingsbeleid werd vanuit de Kamer aangevoerd dat de ruil- verkavelingswet verouderd is en met name geen voldoende mogelijkheden biedt in gebie den waar grote hoeveelheden cultuurgrond bestemd gaan worden voor niet-agrarische doeleinden. De heer Van der Ploeg diende een motie in, waarin hij de regering vroeg zo spoe dig mogelijk met een wet op de inrichting van landelijke gebieden te komen. Naar aanleiding daarvan deelde de minister mee dat deze zaak op vier departementen in studie is. Overigens biedt de ruilverkavelingswet in het merendeel van de gevallen voldoende ruimte voor toe deling van gronden aan niet-agrarische doel einden. Verscheidene kamerleden drongen aan op versnelde uitvoering van de ruilverkavelingen. De minister toonde zich ingenomen met die aandrang, want ook hij wil streven naar ver snelde structuurverbetering. Hij gaf daarbij de voorkeur aan versnelde uitvoering van in gang zijnde ruilverkavelingen boven uitbreiding van het aantal ruilverkavelingsgebieden. Dat in het westen van Nederland zo weinig ruilver kavelingen in uitvoering zijn genomen, weet de minister voornamelijk aan de geringe be langstelling in die streek. Mechanisatie in land- en tuinbouw Naar aanleiding van de in januari gehouden land- en tuinbouwwerktuigendagen is tijdens een persconferentie de mechanisatie van de Nederlandse land- en tuinbouw besproken. De tuinbouwsector is achter geraakt op het ge bied van de mechanisatie, zo werd daar ge steld. De moeilijke financiële positie van de tuinbouw is daaraan ten dele debet. Het is echter niet alleen een kwestie van geld. De meeste bedrijven in de tuinbouw zijn te klein om voldoende van de mechanisatiemogelijk- heden te kunnen profiteren. Verder produce ren de meeste bedrijven te veel verschillende produkten om gespecialiseerde machines te kunnen aanschaffen. Specialisatie is daarom geboden; de toepassing van de modernste machines zal dan een beter resultaat mogelijk maken. De Nederlandse industrie ziet weinig brood in de fabricage van tuinbouwmachines, vanwege de geringe afzetkansen. Amerika kan ons land hierbij tot voorbeeld zijn. De landbouw heeft in tegenstelling tot de tuin bouw een mechanisatiegolf te zien gegeven. Deze heeft echter ook problemen met zich meegebracht. De capaciteit van de machines is te groot voor de kleinere bedrijven in Neder land; schaalvergroting is daarom ook hier drin gend geboden. Dat de landbouwmechanisatie in Nederland vrij aardig op gang is gekomen blijkt uit de cijfers. Sinds 1950 is 2,5 miljard gulden in landbouwmachines geïnvesteerd. Overeen komstig de voortgang van de mechanisatie is het aandeel van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkzaam is, afgenomen tot 8 pro cent. In Frankrijk en Italië bedraagt dit aandeel nog 15 procent. Gemeenschappelijk veterinair beleid De ministers van de zes EEG-landen zijn in be ginsel overeengekomen dat de toekomstige regelingen op veterinair gebied worden ge- 56

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 58