NIEUWS gaan. De varkensprijzen hebben zich ondanks de mond- en klauwzeerepidemie en ondanks de gestegen produktie redelijk kunnen hand haven. De inwerkingtreding van de EEG-marktrege- ling voor eieren en pluimvee betekende het einde van een zeer moeilijke tijd. Ook na een op zichzelf soepele overgang bleef de situatie vrij moeilijk, zelfs zodanig dat het Produkt- schap zich genoodzaakt zag door middel van een tijdelijk inlegverbod de produktie van slachtpluimveevlees af te remmen. De produk tie en export van eieren waren ook dit jaar weer lager. In de tuinbouwsector had de overweldigende oogst, die reeds vroeg op gang kwam, even eens magere prijzen voor de grote drie, te weten tomaten, komkommers en sla, tot ge volg. Herhaaldelijk moesten grote partijen worden doorgedraaid. Door de hogere mini mumprijzen, in het kader van het in 1967 inge voerde nieuwe veilingsysteem, moest onge veer 30 miljoen gulden aan doordraaivergoe- ding worden uitgekeerd. De rentabiliteit in de glastuinbouw verslechterde als gevolg van de lage prijzen, maar ook als gevolg van de ge stegen olieprijzen en de loonkosten. De zeer grote appeloogst had lage prijzen tot gevolg. De prijzen voor peren hadden mede door de minder grote oogst een bevredigend verloop. Ook de ontwikkeling in de bloem- en sierteeltsector, en bij de boomkwekerij was gunstig te noemen. Aan het einde van het jaar zijn sommige delen van de land- en tuinbouw in een slechtere concurrentiepositie geraakt door de devaluatie van het pond sterling. Wat de concrete gevol gen daarvan zullen zijn is nog niet met zeker heid te zeggen. De landbouw in de Tweede Kamer Enigszins verlaat wegens plaatsgebrek in het decembernummer willen wij nog even terug komen op de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer. In de Kamer ontving de minis ter algemeen waardering voor het door hem gevoerde beleid. Op vragen van een kamerlid deed minister Lardinois mededelingen over de nieuwe saneringsregeling voor de landbouw. De opzet van deze regeling gaven wij reeds in het vorige nummer. Ten aanzien van het ontwikkelingsbeleid van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds, wees de minister een meer radicale aanpak van de hand. Bij iedere gele genheid die zich voordoet, spoor ik de land bouwers aan te zoeken naar nieuwe samen werkingsvormen, aldus de minister. Het knel punt wordt hierbij gevormd door de financie ring van de investeringen die nodig zijn voor de aanpassing van de bedrijfsstructuur. De regering heeft naar de mening van de minister toch al op enkele punten vérgaande hulp geboden, onder andere door het registratie- 55

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 57