markt Twee ultimo's Met uitzondering van enkele dagen rond medio december is de geldmarkt in de feestrijke laat ste maand van het jaar doorlopend aan de krappe kant geweest. In grote trekken kwam dat wel overeen met de verwachtingen: de bankbiljetten die bij de novemberultimo uit de kassen van de banken waren gevloeid zouden slechts ten dele de kans krijgen om weer terug te komen want spoedig zou zich de jaarultimo doen gevoelen. Beide ultimo's zouden elkaar dus grotendeels overlappen. Dat de gebruike lijke maandelijkse uitkeringen aan de gemeen ten toch nog even soelaas brachten was een welkome maar kortstondige afwisseling in dat krappe patroon van de geldmarkt. Volgens de weekcijfers van de Nederlandsche Bank per 4 december was de uitzetting van de bankbiljettenomloop rond de ultimo uitein delijk gekomen op bijna 325 miljoen gulden. In aanmerking genomen dat het hier de ultimo betrof van november op december waarin doorgaans veel bankpapier wordt opgevraagd voor Sinterklaasaankopen, viel de uitzetting bijzonder mee: ook bij de uitzetting van het vo rige jaar bleef zij achter. Toen beliep zij voor de novemberultimo per 5 december bijna 400 miljoen gulden. Blijkbaar hebben de girale sa larisbetalingen reeds op deze uitzetting hun invloed doen gelden, hoewel de peildatum van 4 december uiteraard niet de meest juiste indi catie is voor de feitelijke bankbiljettenuitzet- ting van de ultimo. Per slot van rekening was op die datum weer een behoorlijke hoeveel heid bankpapier naarde banken teruggevloeid. In werkelijkheid zal daarom de uitzetting van de novemberultimo in beide jaren wel 100 mil joen gulden hoger gelegen hebben. Krapte Per 4 december hadden de banken voor 162 miljoen gulden voorschotten bij de Nederland sche Bank opgenomen waarnaast zij voor slechts 15 miljoen gulden saldi bij haar aan hielden. Zij stonden er dus niet al te best voor; de officiële daggeldrente was in die dagen dan ook op 4'/2 procent gesteld, een rente waar tegen - blijkens het bedrag van de opgenomen voorschotten - weinig geldgevers te vinden waren. In de erop volgende dagen daalde de totale bankpapieromloop met 280 miljoen gulden als gevolg van de zeer snelle terugkeer van een deel van de ultimo-opvraging. Uiteindelijk bleef zodoende van de novemberstijging nog maar ongeveer 45 miljoen gulden in omloop, welk bedrag eerst in januari zou terugkeren. Ondanks het feit, dat begin december ook van wege belastingbetalingen veel geld afvloeide naar het rijk, wisten de banken per de elfde 46

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 48