afnemer bewerkt of verhandelt het produkt en zou daarom over zijn omzet belasting moeten betalen. Van dat verschuldigde bedrag mag hij echter de omzetbelasting die hem door zijn leverancier in rekening is gebracht aftrekken. Zodoende betaalt hij alleen over de meerwaar de die hij aan het produkt heeft toegevoegd. Op het einde van de rit, als het goed aan de consument wordt verkocht, dus uit de produk- tiesfeer wordt gehaald, moet de consument de berekende omzetbelasting betalen. Zo drukt de belasting daar waar zij hoort. Tarieven De regering heeft gezocht naar mogelijkheden om de hinder die de wijziging voor het bedrijfs leven zal meebrengen, tot een minimum te be perken. Dat tracht zij in de eerste plaats te bereiken door zo weinig mogelijk variatie in de tarieven aan te brengen. Hierdoor is het immers gemakkelijker om op ieder moment de omzetbelastingdruk te berekenen. In het ontwerp wordt een algemeen tarief voor goederen en diensten van 12 procent voorge steld, en een verlaagd tarief van 4 procent voor goederen en diensten die in hoofdzaak in de eerste levensbehoeften voorzien. Daar naast kent de wet nog de vrijstelling van om zetbelasting. Een vrijgestelde groep hoeft geen belasting over haar omzet te betalen, maar krijgt evenmin aftrek van voorbelasting: VOOf

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 37