volledige gegevens ten dienste. Over het alge meen beschikken wij nog slechts over cijfers van de eerste elf maanden. Die zijn echter vol doende voor het trekken van een aantal voor lopige conclusies voor het jaar in zijn geheel. Vaste voorschotten De opheffing van de kredietbeperkingen maak te voor onze banken de weg vrij om te voldoen aan de sterke vraag die vooral op het gebied van de vaste voorschotten tot uiting kwam. Het verstrekte bedrag was in alle sectoren hoger dan in de overeenkomstige periode van het voorgaande jaar, behalve in de tuinbouw. De verstrekkingen aan de tuinbouw vertonen al enige jaren een dalende lijn en in 1967 was het niet anders. De afzetmoeilijkheden en de hoge kosten moeten genoemd worden als de algemeen bekende oorzaken van dit verschijn sel. Daarentegen werd een groter bedrag ver strekt aan de andere bedrijfstakken in de agrarische sector. Coöperatieve instellingen die ten dienste van de landbouw werkzaam zijn, namen een ongeveer even groot bedrag aan voorschotten op als in het voorgaande jaar. De reeds genoemde sterke stijging van de woningfinanciering moet ten dele aan tijde lijke oorzaken worden toegeschreven. De stij ging deed zich voornamelijk voor in de tweede helft van het jaar en zij kan worden gezien als een reactie op de vermindering van subsidies voor de particuliere woningbouw. Veel aspi rantbouwers hebben nog vóór deze vermin dering van kracht werd een aanvraag inge diend om alsnog van de hogere subsidie te kunnen profiteren. Naargelang deze bouw plannen werden gerealiseerd namen ook de le- ningaanvragen bij onze boerenleenbanken toe. Inmiddels is deze nawerking aan het ver dwijnen. Overziet men het geheel, dan valt te consta teren dat de bij ons aangesloten plaatselijke banken in de eerste elf maanden van het jaar voor 534 miljoen aan nieuwe voorschotten hebben verstrekt. Daarnaast verstrekte onze dochteronderneming, de Boeren-Hypotheek- bank, nieuwe leningen ten bedrage van f 46 miljoen. In totaal beliepen de nieuwe verstrek kingen van vaste voorschotten derhalve 580 miljoen. Dat is aanzienlijk meer dan in de overeenkomstige maanden van het voorgaan de jaar, toen de verstrekkingen f 508 miljoen beliepen. Aan aflossingen op uitstaande leningen heb ben de boerenleenbanken en de Boeren-Hypo- theekbank samen in de eerste elf maanden van het jaar f 264 miljoen ontvangen. Ook dit bedrag is aanzienlijk hoger dan het overeen komstige bedrag van het voorgaande jaar. Wij zien hierin een gunstig teken voor de finan ciële positie van onze cliënten. Het kon wel haast niet anders of in een financieel zo moei lijk jaar als 1967 deden zich op dit gebied moeilijkheden voor, ook in onze organisatie. Zij bleven echter beperkt tot incidentele ge vallen en hadden geen weerslag op de ont wikkeling in haar geheel. De nieuwe verstrekkingen ad f 580 miljoen en de aflossingen ad f 264 miljoen resulteerden in een toeneming van de uitstaande voorschot ten met 316 miljoen, te vergelijken met 283 miljoen in dezelfde periode van het vooraf gaande jaar. Uitgedrukt in procenten van de beginstand betekent dat voor 1967 een toene ming van 12,7 procent. Stellen wij hiernaast het feit dat de spaarmiddelen van de boeren leenbanken en de Boeren-Hypotheekbank met 22

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 24