PIETERNEL: Weet ik veel Thomasvaer! Wat ik van hoge heren weet, dat vind je in de kranten. Maar wist dan in de Baronie, die baas niet zelf van wanten? Had hij geen boeken? THOMASVAER: Geen boeken? Och kindjelief, het stond er vol! De werken van Carmiggelt, 'Wat sien ik' van Albert Mol, De commissaris die vertelt, en een verhaal over de Demer En alle onverbiddelijkheid van de geweldige Jan Cremer Het leven van Pa Pinkelman, Agatha Christie, en Havank, En een hele serie kookboeken - ik geloof een hele plank! Neen Pieternel, dèt was het niet: papier was er genoeg, Alleen het was nou niet precies dat waar de bank om vroeg Ik zag nog ergens Dikkertje Dap, en die lui van het Elfde Uur Maar zelfs dat geldt in het bedrijf niet als verplichte literatuur. En waren het nou maar mooie, zwarte banden geweest! Maar ze waren nog oud en lelijk ook. Dat hinderde nog het meest! 13

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 15