THOMASVAER Dat is een pijnlijk punt! Aan het einde van de zaal, Waar menigeen zijn krantje leest, bij die boeken allemaal, Daar is een houten traliedeur, en die werd tot het scheidingspunt, Waar door gebrek aan middelen, de legger van het kleed niet verder heeft gekund. PIETERNEL: Da's vreemd! Want ik heb toch gelezen, in 'n soort van nieuwbouwboek, Dat het héél de entresol bedekt, tot in de verste hoek! Er stond: 'Voor de hele entresol kozen wij een vast tapijt van zandkleur'. THOMASVAER: Ja Pieternel: dat is dan heel gewoon niet waar! Het reikt maar tot die deur! PIETERNEL: Oh wacht, dan is 't een buitendeur! Wellicht naar een balkon THOMASVAER: Wou jij soms mensen buiten zetten? Op spijkerbaar beton? Neen Pieternel: dat is een houten binnendeur, voorzien van dikke tralies. Daarachter zijn kantoren. Een buitendeur zou heel de rust van die mooie zaal verstoren! PIETERNEL: Kantoren? Voor mensen? Wie zijn daar dan gezeten? En is dan aan de lieden daar, géén zandkleur toegemeten? THOMASVAER: Neen Pieternel, wat zeur je toch, ik dacht dat je dat wist: Zij hebben daar voor 't zandtapijt gewoon de boot gemist. Er was gewoon een rol tekort, dat heb ik al verteld! Maar heus, er zit daar niemand, die zich achter voelt gesteld!

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1968 | | pagina 13