Driemaal tenderen is scheepsrecht Nadat de Staat der Nederlanden in april 1987 het beleggerspubliek een eerste tenderlening presenteerde, volgde in oktober jongstleden voor de tweede maal een dergelijke lening. In beide gevallen bleken de beleggers nogal moeilijkheden te hebben met de vorm van het systeem, en dat was niet onbegrijpelijk, want daarbij werd het tendersysteem voor het eerst sedert de laatste oorlog opnieuw gehanteerd. De obligatiemarkt in 1966 De obligatiemarkt heeft 1966 als een bijzon der onevenwichtig jaar ervaren. Niet alleen de historisch hoge rentepercentages van de nieuwe staatsleningen, ook de astronomische omvang van de gedane inschrijvingen en de daardoor uiterst kleine toewijzingspercenta ges zullen vele lezers nog vers in het geheu gen liggen. Het is maar al te vaak de kleine belegger geweest, die bij de emissies van hoogrentende leningen achter het net viste. De oorzaak daarvan ligt voor de hand: de belangstelling was telkens zo groot, dat vooral de grotere beleggers konden besluiten om telkenmale voor een aanzienlijk hoger bedrag in te schrijven dan zij in werkelijkheid wensten te ontvangen. Mocht na sluiting van de in schrijving blijken, dat toch niet de gehele le ning was geplaatst, dan zou natuurlijk ook de grote belegger aanzienlijk meer toegewezen krijgen dan hij in feite wenste, maar als grote belegger durfde en kon hij dat risico lopen. Een kleine belegger kan in plaats van bijvoor beeld duizend gulden nog wel eens het twee- of drievoudige daarvan missen, maar daarmee houdt het meestal wel op. Zulke kleine be dragen sorteren echter geen effect, wanneer het in de totale lening om miljoenen of zelfs honderden miljoenen gaat. Systeemverandering Het was duidelijk, dat men het systeem van uitgifte moest wijzigen om ook de kleine be legger aan zijn trekken te laten komen. Waar meerdere variaties ter beschikking stonden, heeft de minister van Financiën besloten het tendersysteem uit de ijskast te halen. Kort gezegd houdt dit systeem in dat: - het bedrag van de lening bekend wordt gemaakt, - het rentepercentage eveneens bekend wordt gemaakt, - de koers van uitgifte niet wordt bekendge maakt, zodat de inschrijvers zelf de koers moeten opgeven, die zij bereid zijn te be talen. Het verschil met de gebruikelijke vorm schuilt 472

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 26