Een stukje geschiedenis De verzekeringsgedachte leefde al eeuwen geleden bij onze voorvaderen. Men kan onder verzekering verstaan de min of meer georga niseerde voorziening tegen rampen of tegen gevolgen van rampen, en zo moet men reeds de maatregelen, die Jozef in Egypte trof ter voorziening in de ramp van de verwachte zeven magere jaren, tot de verzekeringen re kenen. Als we ons echter beperken tot de verzekeringen in de vormen zoals wij die nu kennen, dan kunnen wij daarna een groot deel van de historie overslaan. In de vierde eeuw voor Christus heeft de Rhodiër Antimenes, mi nister van Financiën onder de Griekse koning Alexander de Grote, een verzekeringssysteem met vaste premies uitgedacht. Antimenes stel de iedereen in staat, om de slaven die hij in het legerkamp had, te waarderen op een door de eigenaar zelf te bepalen prijs. Hij moest dan per jaar en per slaaf 8 drachmen betalen, en liep de slaaf dan weg, dan kon de verzekerde de prijs die hij had opgegeven, terugont vangen. Van later tijd is de zeeverzekering. De eerste regeling voor een onderlinge zeeverzekering is neergelegd in een ordonnantie van Fernan- do van Portugal, die omstreeks 1437 werd gepubliceerd. Bij die ordonnantie werden alle Portugese reders verplicht, voor hun schepen deel te nemen aan een onderlinge zeever zekering. In en om Nederland Door het drukke handelsverkeer tussen de Middellandse Zee en de Nederlanden werd de zeeverzekering in Nederland al spoedig over genomen. Blijkens de vonnissen van de Brug se schepenen werden daar al in het midden van de vijftiende eeuw verzekeringen gesloten. De brandverzekering is veel jonger. De oudste contracten die men heeft kunnen vinden, zijn afgesloten in Duitsland omstreeks 1600 en wel in de vorm van onderlinge verzekeringen. In de zeventiende eeuw werden in Engeland po lissen van brandverzekering gesloten, eerst bij de Londense overheid, nadien bij gewone en bij onderlinge verzekeringsmaatschappijen. In later tijd werden ook in Nederland verschil lende verzekeringsmaatschappijen opgericht. In 1727 sloten 143 olieslagers uit de Zaan streek het beroemde 'olieslagerscontract', dat een onderlinge brandverzekering inhield. De levensverzekering is bijna even oud als de zeeverzekering, tenminste voorzover zij een verzekering op het leven van derden inhield. De verzekering op het eigen leven is in de vorm van een begrafenisverzekering van klas sieke ouderdom. In de huidige vorm bestaat de verzekering op het eigen leven pas sinds ongeveer 1900. Het is duidelijk dat de verzekering vroeger en nu hetzelfde doel had. De manier echter waar op het verzekeringsbedrijf toen en nu werd uitgeoefend verschilt hemelsbreed. Vóór de achttiende eeuw waren er geen verzekerings maatschappijen, de assuradeuren waren toen steeds particulieren. Sindsdien echter zijn de particuliere assuradeurs geleidelijk door maat schappijen verdrongen. Zo is ook 'de Lloyds' 398

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 4