vlees en minder tarwe en melk te produceren. Verder heeft de Commissie terdege rekening moeten houden met de consequenties van het markt- en prijsbeleid voor de consumenten prijzen en tevens met de positie van de EEG op de wereldmarkt, speciaal in verband met de afspraken van de Kennedyronde. Ondanks de te verwachten stijging van de voedergraan- produktie tengevolge van een prijsstijging, verwacht de Commissie dat de EEG-vraag op de wereldmarkt zeker niet minder zal worden, aangezien de vraag van de veredelingsbedrij- ven blijft toenemen. Enerzijds zal de import behoefte dalen door de als gevolg van de prijs stijging optredende hogere produktie van voe- dergranen en rundvlees. De Commissie hoopt echter dat die daling gecompenseerd zal wor den door een vermindering van de exportbe hoefte van zuivelprodukten en tarwe. De ba lans van de in- en uitvoer van landbouwpro- dukten zou daardoor ongeveer in evenwicht kunnen blijven. Tenslotte hebben de kosten van de financie ring van het landbouwbeleid een zwaar stem pel gedrukt op de prijsvoorstellen. Tijdens de eerste ronde van de besprekingen bleken vooral de verhoging van de maïsprijs, maar ook de verhoging van de suikerbietenprijs en van de suikerbietenquota per land moeilijkhe den op te leveren. Veel resultaat werd er niet geboekt. Uit de opmerking van dr. Mansholt, dat de prijzen het plafond ongeveer hebben bereikt en dat nu alle aandacht gericht zal moeten worden op een doelmatig structuur beleid, zou men kunnen afleiden dat de finan ciering van het landbouwbeleid problemen begint op te leveren. Wellicht moet men de grote nadruk die dr. Mansholt legt op het structuurbeleid zien als een teken dat hij verdere prijsverhogingen moeilijk uitvoer baar acht. Na het mislukken van het eerste overleg was er een 'supermarathon' nodig om de partijen tot elkaar te brengen. Uiteindelijk werd beslo ten tot een gemiddelde prijsverhoging voor voedergranen van vier procent, terwijl de prijs voor rundvlees met 22/3 procent en die van kalfsvlees met 21 /3 procent zal stijgen. Op het einde van de marathon is men het tenslotte ook eens kunnen worden over de marktver- ordening voor suiker. Na een moeilijk gesprek heeft minister Lardinois, die sterk gekant was tegen de voorgestelde vaste quotering per be drijf, gedaan weten te krijgen dat het oude systeem voor de suikermarkt bleef gehand haafd. Volgens dit systeem kan slechts een bepaalde hoeveelheid tegen de officiële EEG- marktprijs worden geproduceerd. Voor de overproduktie wordt een lagere prijs betaald. Bij de nieuwe regeling is men de zaak op drie-jaarsbasis gaan bekijken. Voortaan zal in een periode van drie jaar driemaal het jaar quotum tegen de volle prijs van zeventien dollar per ton kunnen worden geproduceerd, terwijl daarenboven in dezelfde periode 50 procent van het toegestane jaarquotum tegen tien dollar geproduceerd zal kunnen worden. Alles wat boven deze 350 procent van het jaarquotum geproduceerd wordt, zal slechts de wereldmarktprijs vergoed krijgen. Minister Lardinois toonde zich na wat hij noemde de 'slavenarbeid' tevreden met de bereikte resul taten. Hij verwacht dat de kosten van levens onderhoud met 0,1 procent zullen stijgen door de prijsverhogingen, die voor rundvlees op 1 april en voor voedergranen op 1 augustus 1968 ingaan. De verhoging van de voedergraanprijs is vol- 437

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 43