NIEUWS
De kredietverlening van de landbouwkrediet
instellingen is in de genoemde periode ver
dubbeld; ook procentueel is een stijging (van
20 tot 25 procent) te constateren. Van alle
landbouwbedrijven heeft 72 procent schulden
op lange termijn. De hoogte hiervan loopt
echter sterk uiteen. Vooral de jongere bedrij
ven gaan vaak gebukt onder een zware schul
denlast. Bij het verschijnen van de officiële
publikatie komen wij daarop gaarne terug.
Reorganisatie Landbouwschap
Het afgelopen jaar hebben de zes landbouw
organisaties uitvoerig van gedachte gewisseld
over het bestaansrecht en de functies van het
Landbouwschap. Zij zijn daarbij tot de conclu
sie gekomen dat het Landbouwschap gehand
haafd dient te blijven en dat de samenwerking
met de landbouworganisaties moet worden
verstevigd. Door de totstandkoming van de
Euromarkt en door veranderingen die hiermee
samenhangen, zoals de verplaatsing van het
prijs- en structuurbeleid naar Brussel, is het
noodzakelijk dat de landbouwers beschikken
over een instantie om namens de gehele land
bouw naar buiten op te treden. Met het oog
daarop hebben de zes organisaties besloten
het onderling overleg in de land- en tuinbouw
binnen het kader van het Landbouwschap te
gaan voeren. Voortaan zullen alle technische,
economische en sociale aangelegenheden,
alsmede algemene onderwijs- en voorlich
tingszaken bij het Landbouwschap worden be
sproken. Bij die besprekingen zullen zij trach
ten een gemeenschappelijk standpunt te be
reiken.
De reorganisatie brengt mee dat het bestuur
van het Landbouwschap uitgebreid zal worden
met een drietal ondernemersvertegenwoordi
gers; de nadruk die in EEG-verband op het
gezins- en eenmansbedrijf gelegd wordt, is
aan dit besluit niet vreemd. De vernieuwing
van het Landbouwschap heeft toch niet alle
bestaande bezwaren weggenomen. Zo moet
de ongeorganiseerde boer nog steeds betalen
zonder inspraak te hebben. Overigens moet
hier onmiddellijk aan toe worden gevoegd, dat
deze 'vrije' boeren ook weinig moeite hebben
gedaan om inspraak te verkrijgen.
In de gekozen opzet blijft het Landbouwschap
nauw verbonden met de privaatrechtelijke or
ganisaties in de agrarische sector. Door die
combinatie kunnen de standsorganisaties hun
eigen zelfstandigheid behouden, terwijl er te
vens een algemene instantie voor de hele
landbouw kan functioneren.
Alles bij elkaar is het echter toe te juichen dat
de belangenbehartiging van onze land- en
tuinbouw, zeker ten opzichte van het buiten
land, op die wijze geconcentreerd kan worden.
435