Geld- en
markt
Dat het op de geldmarkt in oktober zou stor
men was van tevoren niet moeilijk te voorspel
len. De belastingbetalingen - in het bijzonder
die inzake de vennootschapsbelasting - ver
gen telkenjare rond die maand vele honderden
miljoenen guldens. De schatkist kent daardoor
ieder jaar een periode vol zonneschijn. Dat
het rijk de betreffende middelen hard nodig
heeft, blijkt wel uit de begroting die op de
derde dinsdag van de afgelopen maand sep
tember werd voorgelegd.
De banken die voor deze middelen moesten
zorgen, moesten daardoor in oktober een ste
vige veer laten. Bijna doorlopend stonden zij
in oktober bij de Nederlandsche Bank in het
krijt. De bij de centrale bank aangehouden
saldi waren minimaal.
Al voordat de nieuwe maand zou inluiden zorg
de de septemberultimo voor een sterke ver-
krapping van de geldmarkt. Hadden de ban
ken in de dagen daarvóór een grote buffer
gevormd, deze verdween als sneeuw voor de
zon onder meer als gevolg van de bankbil-
jettenuitzetting. De septemberultimo vergde
in totaal 340 miljoen gulden, en dat was te veel
om uit de eigen bankmiddelen te worden ge
financierd. Gezien de daarbij komende belas
tingbetalingen was het dan ook niet verwon
derlijk dat de banken op 2 oktober voor niet
minderdan 382 miljoen gulden voorschotten bij
de Nederlandsche Bank hadden opgenomen.
Ten teken van het abrupte einde aan de bijna
onbehaaglijke ruimte die sinds 25 september
op de geldmarkt had geheerst en waarbij een
daggeldrente gold van 21/2 procent, werd deze
op 28 september op 4 procent en een dag later
op het de laatste maanden wel ingeburgerde
tarief van 41/2 procent gebracht.
Met enkele tussenpozen van kortstondige ver
ruimingen, bleef de officiële daggeldrente na
genoeg constant op dit hoge niveau gehand
haafd. Maar reëel werd op de markt meer
malen 4% procent tot zelfs 5 procent betaald.
Dit laatste tarief was dus gelijk aan de prijs
die de banken ook bij de Nederlandsche Bank
moesten betalen om de nodige kredieten te
kunnen bemachtigen. Het is echter wel begrij
pelijk dat sommige partijen hetzij niet meer
over voldoende onderpanden voor onderbren
ging bij de Nederlandsche Bank beschikten,
hetzij om psychologische redenen de bank niet
volledig wilden kennen in hun moeilijke situatie.
Tegenover de grote betalingen die in de loop
van deze maand naar de schatkist stroomden
had het rijk gelukkig ook diverse verplichtin
gen in te lossen, zodat het evenwicht op de
geldmarkt niet geheel werd verstoord. Wij
denken daarbij vooreerst aan de betalingen
terzake van vervallen schatkistpapier alsmede
aan rente en aflossing op de binnenlandse
staatsschuld, die voor oktober op ongeveer
428