sisten om de week in Eindhoven theoretisch
onderwezen, terwijl zij de resterende tijd be
steden aan een eerste praktische kennisma
king met het werk op een plaatselijke bank.
In de tweede fase komt dat praktische werk
meer uitgebreid aan de orde, doordat de cur
sist dan meer zelfstandig op kleinere boeren
leenbanken werkt. In de derde fase, de ook
negen maanden in beslag neemt, ondergaan
de cursisten opnieuw een theoretische scho
ling in Eindhoven en worden zij daarnaast nog
meer vertrouwd gemaakt met de dagelijkse
werkzaamheden op de boerenleenbanken. Te
gen het einde van de tweejarige cursus wordt
het eindexamen afgenomen. De vorderingen in
de theoretische vorming worden natuurlijk ook
tevoren door middel van proefwerken regel
matig getest.
Tijdens de opleiding worden de volgende vak
ken onderwezen: administratie; assurantiewe
zen; belastingrecht; bedrijfseconomie; contact
techniek; coöperatiewezen; deviezenverkeer;
effectenverkeer; geld-, krediet- en bankwezen;
giroverkeer; handelsvakken; kredietverlening;
landbouwkredietwezen; machineschrijven; Ne
derlandse Handelscorrespondentie; ontwikke
ling van het boerenleenbankwezen; omgang
met het publiek; publiciteit; recht; sociale wet
geving en spreken in het openbaar. Tijdens
de opleiding worden verder de volgende exa
mens afgelegd: Nederlandse Handelscorres
pondentie, Associatie Boekhouden, Moderne
Bedrijfsadministratie en Verzekeringsagent-C.
Voor de toelating tot de cursus wordt in het
algemeen een middelbare vooropleiding ver
eist (H.B.S., Gymnasium, H.L.S. enzovoort),
terwijl ook zij die naast ULO en Praktijkdiplo
ma Boekhouden, het diploma M.B.A. behaald
hebben kunnen worden toegelaten. Bij de be
slissing over toelating tot de opleiding is een
medisch en psychotechnisch onderzoek mede
van invloed. Al met al kan men stellen dat deze
opleiding van de centrale bank een veelzijdige
voorbereiding geeft voor een leidinggevende
functie bij een plaatselijke boerenleenbank.
Door de enorme groei van onze boerenleen
bankorganisatie, door de toename en de ver
scheidenheid in cliënten bij de plaatselijke
banken, zal men in de sector bankzaken moe
ten groeien naar een zekere specialisatie. Het
zal op den duur op vele kantoren wenselijk
worden, en op menig kantoor zou het nu al
wenselijk zijn, om specialistisch geschoolde
bankmedewerkers te hebben. Zulke medewer
kers moeten öf in jarenlange praktijk ervaring
in elk specifiek bankvak hebben opgedaan öf
zij moeten de bankcursus hebben gevolgd. Een
cursus die wij hierna graag verder toelichten.
De bankcursus
De stichting ter bevordering van de studie van
het Bank- en Effectenbedrijf geeft een twee
jarige bankcursus. Een studie in 21 vakken, die
de afgestudeerden straks de mogelijkheid ge
ven om zich in het bankwezen allround te
voelen. Elk lesjaar bestaat uit twee gedeelten
van telkens vijf of zes vakken. Na elk gedeelte
wordt een examen afgenomen. Wanneer de
vakken van het eerste lesjaar met goed gevolg
zijn afgelegd, ontvangt de geslaagde een di
ploma. Hij kan dan meteen doorstomen naar
het tweede lesjaar. Hij kan ook, zo hij wil, even
uitblazen en binnen twee jaar met het tweede
lesjaar beginnen.
Dat eerste lesjaar omvat de volgende vakken:
recht; deposito en rekening-courant; krediet
verlening; binnenlandse wissels; buitenlandse
405