Gunstige ontwikkeling AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS Het meest opmerkelijke feit dat zich bij onze organisatie in de maand augustus heeft voorgedaan was de relatief sterke toeneming van de uitstaande voorschotten ten opzichte van de overeenkomstige perioden van de voorgaan de jaren. De voorschotten stegen met 27 miljoen, hetgeen f 12 miljoen of 80 procent meer is dan in augustus 1966. Deze toename is zelfs nog 5 miljoen hoger dan die van de overeenkomstige maand in het jaar 1964, dat een topjaar was in de voorschotverlening. De oorzaak van deze sterke toename is gelegen in de hoge verstrekkingen ten behoeve van de woningfinancie ring. Wij vermoeden dat een aantal van de in het vorige maandblad genoemde kat-uit-de-boom-kijkers zijn af wachtende houding heeft opgegeven tengevolge van de subsidiemaatregelen van de minister van Volkshuisves ting en Bouwnijverheid. Bovendien heeft waarschijnlijk ook de verruimde liquiditeit tengevolge van de halfjaarlijk se rentebetalingen en aflossingen bij een aantal banken een rol gespeeld in de nieuwe verstrekkingen. De debet- saldi in rekening-courant daalden als gevolg van seizoeninvloeden met f 11 miljoen. De spaargelden bij onze banken stegen in augustus met f 42 miljoen, welke stijging een verhoging met f 6 mil joen of 16 procent betekende ten opzichte van de overeenkomstige periode van vorig jaar. Procentueel gezien was dit de sterkste stijging van de traditionele spaarinstellingen. Dit verheugende verschijnsel geldt trouwens ook voor de gehele periode januari/augustus 1967. Bij de algemene spaarbanken namen de spaargelden minder sterk toe dan in augustus 1966. De hoge overboekingen naar hoogrentende termijnspaarrekeningen nemen af, wat blijkt uit de lagere omzetten en de toeneming (sedert mei) van de direct opvraagbare spaargelden. De creditsaldi in lopende rekening stegen met f 23 miljoen. Een en ander resulteerde in een financieringsoverschot van de plaatselijke banken voor de maand augustus van f 48 miljoen. Spaarbeweging in september De grote spaaraanwas hield ook in september aan. Bij onze banken werd f 191 miljoen gestort en f 147 miljoen terugbetaald. Het daaruit voortvloeiende spaaroverschot van f 44 miljoen is f 24 miljoen hoger dan dat van sep tember 1966. Ook bij de overige spaarinstellingen werden goede resultaten geboekt. De bij Utrecht aangesloten banken no teerden een spaaroverschot van f 63 miljoen tegen f 26 miljoen in de overeenkomstige maand van vorig jaar. Het spaaroverschot bij de algemene spaarbanken en de RPS bedroeg respectievelijk 27 miljoen en 10 miljoen. 394

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 40