LANDBOUW-ECONOMISCH
Zuivelsituatie
In het vorige nummer bespraken we in deze
rubriek de situatie in de zuivelsector. Nu is
het onlangs op de algemene vergadering van
de Koninklijke Nederlandse Zuivelbond te
Enschede tot een treffen gekomen tussen de
minister en vertegenwoordigers uit zuivelkrin-
gen. De minister werd verweten dat hij wei
gerde een van de oorzaken van de overpro-
duktie van kaas weg te nemen, door de in
voering van een inleveringsregeling voor ma
ger melkpoeder. De minister verklaarde daar
op dat de EEG-autoriteiten in Brussel een der
gelijke regeling uitdrukkelijk van de hand wij
zen. Overigens becijferde hij dat de verliezen,
die op de kaas geleden zullen worden, geschat
worden op 15 tot 40 miljoen gulden, hetgeen
ongeveer een procent zou betekenen van de
totale melkgelduitkering in het lopende melk
prijsjaar. Er werd op deze vergadering gepleit
voor een regionale en later wellicht nationale
bundeling in de zuivelindustrie, waardoor
bijvoorbeeld een overmatige kaasproduktie
voorkomen zou kunnen worden.
Landbouwproduktie 1966
De bruto-produktiewaarde van de Nederland
se land- en tuinbouw is in 1966 voor het eerst
boven de negen miljard gulden gekomen. In
1966 werd 2 procent meer geproduceerd dan
in het jaar daarvoor. De brutoproduktie in de
akkerbouw steeg met 5 procent, in de rund
veehouderij met 3,5 procent en in de varkens
houderij met 4 procent. Ondanks het feit dat
de recordoogst van 1965 werd geëvenaard
waren de resultaten in de tuinbouw niet erg
bevredigend. In totaal voerde Nederland voor
1,9 miljard gulden meer aan landbouwproduk-
ten uit dan het invoerde.
Lagere landbouwprijzen
Uit de door het CBS gepubliceerde indexcij
fers omtrent de prijsontwikkeling van de Ne
derlandse in- en uitvoer, blijkt dat de verslech
tering van het uitvoerprijspeil en daarmee de
ruilvoet in de eerste helft van 1967 een gevolg
is van een scherpe prijsdaling van onbewerk
te landbouwprodukten. Naar hoeveelheid ge-
390