Geld- en kapitaal markt Zorgelijke krapte De geldmarkt is in september deels uitgespro ken krap, deels uiterst ruim geweest. In de eerste helft van de maand konden de banken slechts met zware hulp van de Nederlandsche Bank de lopende betalingsverplichtingen ver richten. De officiële daggeldrente bleef - ten teken van de voortdurende krapte - constant op 41/2 procent gehandhaafd. Vaak werd in feite zelfs 4% procent geboden waartegen echter velen geen geld konden bemachtigen en derhalve bij de Nederlandsche Bank moesten aanklop pen, om dan - met betaling van een debetrente van 5 procent - bij haar de nodige middelen te verkrijgen. De augustusultimo was eigenlijk nogal mee gevallen. In totaal bleek slechts 225 miljoen gulden aan bankpapier te zijn opgenomen. Voorts kwam het rijk op 1 september met on geveer 245 miljoen gulden op de markt. Dit betrof voornamelijk betalingen terzake van rente en aflossing op de gevestigde en vlot tende staatsschuld. Ondanks deze aanzien lijke schatkistbetalingen liep het saldo van het rijk bij de Nederlandsche Bank toch nog op met ruim 180 miljoen gulden tot 423 miljoen gulden op 4 september. Vooral belastingbeta lingen waren hiervan de oorzaak. Desondanks bleken diverse geldmarktpartijen genoeg ruimte over te hebben om van de Agent van het ministerie van Financiën enig schatkist papier af te nemen. Zo werd in de week tot 4 september nog voor 65 miljoen gulden pa pier over de toonbank verkocht. In de daarop volgende week werd het er voor de geldmarkt niet beter op. De voorschotten stegen met nog eens ruim 50 miljoen gulden tot 312 miljoen gulden, een stand, die alhoewel niet abnormaal, toch zeker de nodige zorgen baarde. Deze aanhoudende en zelfs zich verscherpen de krapte vond stellig niet haar oorzaak in het feit, dat de bankbiljettenomloop niet vermin derde. Per 11 sepember was zoveel bankpa pier in de kassen der banken teruggevloeid, dat nog zelfs 7 miljoen gulden meer terug kwam dan vanwege de augustusultimo was opgenomen. De verklaring voor de aanhoudende krapte moest dan ook ergens anders worden gezocht en wel in de grote stroom belastinggelden die naar de schatkist bleef toevloeien. Te zamen met een bedrag van 25 miljoen gulden dat uit plaatsing van schatkistpapier werd ontvangen, wist het rijk op deze wijze zijn tegoed bij de Nederlandsche Bank met nog eens 183 mil joen gulden tot 606 miljoen gulden te verho gen. 385

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 31