Exterieur van de boerenleenbank Oeffeit kleine geschenk dat de vriendschap onder houdt. Niet kostbaar, wel bruikbaar. Moet nu verwacht worden, dat de propaganda- kosten van bepaalde onderdelen van jaar tot jaar zullen blijven stijgen? Wij zijn geneigd deze vraag bevestigend te beantwoorden. Hoe vollediger het dienstenpakket van onze boe renleenbanken wordt, hoe meer zij tot alge mene banken worden, des te meer zullen zij moeten uitgeven voor het pousseren van hun diensten. Voor 1968 kan een verdere ver scherping van de concurrentiestrijd tussen de Nederlandse bankinstellingen verwacht wor den. Waar een bank tot nu toe een monopolie positie innam, zal zij er rekening mee moeten houden, dat de concurrent zich daar vestigt. Dat betekent dat zij paraat moet zijn. Niet als hij komt, maar vóór hij komt. Dat houdt tevens in, dat verschillende van onze boerenleenban ken er goed aan doen zich er nu reeds over te beraden wat er in 1968 moet gebeuren. De centrale bank zal in het komende jaar in onverminderde mate adverteren in de daar voor in aanmerking komende dagbladen. Het is velen waarschijnlijk niet opgevallen, dat de lijst van dagbladen waarin onze advertenties verschijnen van jaar tot jaar langer wordt. Voor de introductie van het dienstenpakket zullen ook in 1968 weer brochures worden vervaardigd. Voor de bekendmaking van de vele spaarvormen en de rente willen wij bre ken met de bekende, maar nu toch te een voudige rentetarieffolder. Een wijziging die overigens geen kapitalen zal kosten. Het suc ces van de uitgave 'De boerenleenbanken in 1966' is aanleiding geweest om voor het over zicht van 1967 te denken aan een speciale pu- blikatie in vier kleuren. Het zal moeite kosten om de deviezenbrochure 1967, waarmede on ze banken zo'n goed figuur sloegen, in 1968 nog aantrekkelijker te maken, maar het blijft altijd de moeite van het proberen waard. 376

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 22