enleenbank
name in 1968 beperkt blijven tot 3,5 procent.
Sparen en investeren
Van belang voor de uitrusting van het econo
misch leven in de toekomst zijn de besparin
gen en investeringen. Over de besparingen
bevat de verkenning 1968 weinig meer dan de
laconieke opmerking 'De nationale spaarquo
te (het gedeelte van het nationale inkomen,
dat wordt bespaard), neemt nauwelijks toe'.
- Het is daarbij voor onze bank een gelukkig
teken, dat het aandeel van de traditionele
372
spaarinstellingen in de totale besparingen vrij
aanzienlijk zal toenemen.
Niet bepaald optimistisch is de verkenning
1968 over de investeringen. Op dit punt zal
volgens het Planbureau veel initiatief van de
overheid moeten komen, en ook dat komt wel
overeen met de opvattingen die men kent uit
de pers: We zitten in een conjunctuurverflau
wing die werkloosheid heeft meegebracht, en
de overheid kan daarin met grote investe
ringsplannen verbetering brengen. De door de
overheid geplande investeringen zullen blij
kens de verkenning in 1968 met 9 procent stij