Directeurskamer van de boerenleenbank Denekamp toen is het percentage snel gaan stijgen tot 1,9 in december 1986 en zelfs 2,6 in juni 1987. Voor de komende maanden van dit jaar ver wacht het Planbureau een slechts geringe da ling, zodat het gemiddelde voor het hele jaar op 90.000 werkzoekenden zou komen liggen. Voor 1968 verwacht men eveneens een ge middelde van 90.000. De verdeling van de werkloosheid over ons land is erg ongelijkmatig. Vooral de gebieden buiten de Randstad Holland zijn door werk loosheid getroffen. In de provincies Noord- Holland, Zuid-Holland en Utrecht lag het per centage in juni 1967 nog steeds op 1,1, maar in Groningen en Limburg was het vijfmaal zo hoog en in Drente zelfs zevenmaal. Ten dele is dat een gevolg van het feit dat de ontslagen vooral in bepaalde bedrijfstakken vielen (tex tiel, confectie, schoenen). In zijn toelichting op de begroting van economische zaken zegt mi- 370 nister De Block dan ook dat het nodig zal zijn een streeksgewijze industrialisatiepolitiek te gaan voeren. In verband met die plannen van de regering tot bevordering van industrieën in de genoemde noodgebieden, verwacht het Planbureau, dat het werkloosheidspatroon in 1938 'minder scheefgetrokken' zal zijn. In de werkgelegenheid zal zich in 1968 maar een minimale stijging voordoen, hetgeen ten dele een gevolg is van een daling (met 3 pro cent) van de arbeidsplaatsen in de landbouw bij een gelijkblijvend aantal arbeidsplaatsen in de industrie. Anders is dat in de bouwnijver heid, waarin men een enigszins toenemend aantal, en in de dienstensector, waarin men een sterk toenemend aantal arbeidsplaatsen verwacht. Met name de dienstensector van het economisch leven, die zich minder goed voor automatisering leent, vraagt steeds meer mankracht.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 16