dat de cursus zowel een algemene opleiding
als een specifiek op de boerenleenbank ge
richte studie omvat.
In het eerste leerjaar worden de volgende vak
ken gedoceerd:
algemene economie, geld- krediet- en bank
wezen, bedrijfshuishoudkunde, recht, belas
tingrecht, sociale wetgeving, verzekeringen en
Nederlandse taal. Na het eerste leerjaar wordt
een examen afgenomen, waarvan de uitslag
beslissend is voor toelating tot het tweede
leerjaar.
Het tweede leerjaar is, zoals uit de hiervolgen-
dc opsomming van vakken blijkt, meer op de
praktijk van het werk bij een boerenleenbank
afgestemd. Aan de orde komen dan: land
bouwkredietwezen, spaarvormen, rekening
courant, betalingsverkeer, kredietverlening
door boerenleenbanken, balansbeoordeling,
effecten- en deviezenverkeer, administratie
van de boerenleenbank, organisatie en co-
operatie in de landbouw.
Het examen voor het einddiploma dat daar
na wordt afgenomen omvat de onderwerpen,
die in het tweede leerjaar zijn behandeld. Bij
de beslissing of het einddiploma van de boe
renleenbankcursus wordt uitgereikt, wordt
eveneens rekening gehouden met de cijfers
van het overgangsexamen. De mogelijkheid
om aan de boerenleenbankcursus deel te ne
men staat in beginsel om de twee jaar open.
Einde 1965 begon de eerste cursus, die begin
1968 zal eindigen. In de loop van het volgen
de jaar bestaat dus weer gelegenheid om zich
te laten inschrijven.
367