geeft een beeld van stedelijk Nederland, zoals dat er volgens de verwachtingen van de nota over 35 jaar zal uitzien. Ter voorkoming van misverstand dient daarbij vermeld te worden, dat de grootste bevolkingsconcentraties in vrijwel dezelfde gebieden zullen zijn gelegen als nu het geval is, hetgeen betekent dat de bestaande steden verder zullen uitgroeien. De vraag komt daardoor op, hoe men de steden van de toekomst wil hebben. Men kan een klein aantal zeer grote steden met meer dan een miljoen inwoners laten ontstaan. Een an dere mogelijkheid is, dat men het platteland in sterke mate gaat 'verbruiken' om de bevol king meer verspreid te laten wonen. Dat zijn de twee uitersten, die elk hun voor- en nadelen hebben en ook hun voor- en tegenstanders. De regering kiest nu in haar nota voor een soort middenweg, die men aanduidt als de gebundelde deconcentratie. Bij die keuze wordt de bevolking niet samengepakt in en kele enorme miljoenensteden, maar zij wordt evenmin over talloze kleine kernen versnip perd. De gebundelde deconcentratie tekent zich nu reeds op vele plaatsen in de bebou wing van ons land af. Steeds meer zien we immers dat rond de nog groeiende steden (bij voorbeeld Eindhoven, Den Haag, Arnhem) een aantal nog sneller groeiende plaatsen zijn ge legen, die samen met de centrumstad uitgroei en tot wat men een stadsgewest noemt. Naar men verwacht zullen over 35 jaar de vol gende min of meer stedelijke kernen zijn ont staan: twee concentraties van meer dan een miljoen inwoners: Amsterdam en Rotterdam; vijf concentraties van een half tot een miljoen inwoners: Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Arnhem, Twente; elf concentraties van een kwart tot een half miljoen inwoners: Groningen, Zwolle, Haarlem, het Gooi, Amersfoort, Dordrecht, Breda, Tilburg, Den Bosch, Nijmegen, Heerlen-Kerkrade; zestien concentraties van 125.000 tot 250.000 inwoners: Leeuwarden, Emmen, Apeldoorn, Lelystad, Gooistad, Alkmaar, Zaanstreek, Beverwijk, Leiden, Hellevoetsluis, Vlissingen, Bergen op Zoom, Helmond, Venlo, Sittard, Maastricht. Voorts ruim twintig concentraties van 65.000 tot 125.000 inwoners; ruim dertig concentraties van 30.000 tot 65.000 inwoners; ruim veertig concentraties van 15.000 tot 30.000 inwoners; ruim zestig concentraties van 10.000 tot 15.000 inwoners. 314

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 8